Inspectie voor gebruik
WAARSCHUWING
Inspecteer uw CS10 voorafgaand aan elk gebruik en ver-
help eventuele problemen om het risico op ernstig letsel
als gevolg van een elektrische schok of andere oorzaken
te verkleinen en om schade aan het apparaat te vermijden.
Controleer dat het apparaat is uitgezet, dat de exter-
1�
ne voeding en snoeren niet zijn aangesloten en dat
de batterijen zijn verwijderd� Inspecteer de snoeren,
kabels en aansluitingen op schade of oneffenheden�
2�
Verwijder vuil, olie of andere viezigheid van de CS10,
zodat deze beter geïnspecteerd kan worden en om
te vermijden dat het apparaat uit uw handen glipt tij-
dens vervoer of tijdens gebruik�
3� Inspecteer de CS10 op defecte, versleten, ontbreken-
de, verkeerd afgestelde of samengekleefde onderde-
len, of op andere problemen die veilig of normaal ge-
bruik verhinderen�
4� Inspecteer eventuele andere apparaten die worden ge-
bruikt op basis van de aanwijzingen om te garanderen
dat deze goed en bruikbaar zijn�
5� Gebruik, als u problemen aantreft, het apparaat niet
totdat de problemen zijn verholpen�
Een werkplek creëren en de
apparatuur opzetten
WAARSCHUWING
Maak de CS10 en de werkplek klaar voor gebruik conform
deze procedures om de kans op letsel als gevolg van een
elektrische schok, brand en andere oorzaken te verklei-
nen en om schade aan de CS10 te vermijden.
1� Controleer de werkplek op de volgende zaken:
Adequate verlichting�
•
Brandbare vloeistoffen, dampen of stof dat kan
•
ontvlammen� Ga niet aan het werk op deze plek
voordat deze zijn geïdentificeerd en verwijderd�
De CS10 is niet ontploffingsbestendig� Elektri-
sche aansluitingen kunnen vonken veroorzaken�
Een goed zichtbare, stabiele en droge plek voor
•
de operator� Gebruik het apparaat niet als u in
water staat�
Een vrij pad naar een stopcontact zonder moge-
•
lijke schadebronnen voor het stroomsnoer als u
een externe voeding gebruikt�
2� Inspecteer het werk en bepaal de juiste RIDGID-appa-
ratuur voor de taak� Het gebruiken van onjuiste appara-
tuur voor een applicatie kan verwondingen of schade
aan apparatuur veroorzaken�
3� Zorg ervoor dat de apparatuur geïnspecteerd is als ge-
specificeerd door de handleiding voor de operator�
4� Evalueer het werkgebied en stel indien nodig barrières
op om omstanders weg te houden� Omstanders kun-
nen een afleiding vormen tijdens de werkzaamheden�
Zet, als u werkt in de nabijheid van verkeer, pylonen of
andere barrières neer om bestuurders te waarschuwen�
5� Verwijder opspanningen zoals het watercloset of de
gootsteen om de toegang als vereist mogelijk te maken�
TM
Nederlands – 9