04
OVERIGE
4.1 Foutmeldingen
De onderstaande foutmeldingen worden weergegeven in de PV Master-app of via e-mail
doorgegeven als er een fout optreedt.
FOUTMELDING
TOELICHTING
Geen elektriciteit uit het openbare
elektriciteitsnet beschikbaar
Nutsverlies
(vermogensverlies of de verbinding met
het elektriciteitsnet is mislukt).
Netspanning ligt buiten het toegestane
VAC-storing
bereik.
Netfrequentie ligt buiten het
FAC-storing
toegestane bereik.
De temperatuur binnen in de omvormer
Te hoge temperatuur
is te hoog.
Isolatiefouten kunnen verschillende
oorzaken hebben, bijvoorbeeld niet juist
geaarde PV-panelen, beschadigde
Isolatiefout
DC-kabel, verouderde PV-panelen of
een relatief hoge luchtvochtigheid etc.
23
Aardingsfout
De lekstroom naar aarde is te hoog.
Relaiscontrole-fout
Fout tijdens de zelfcontrole van het relais
DC injectie hoog
/
EEPROM R/W Fout
/
Interne communicatie mislukt
SPI-storing
DC-bus hoog
De BUS-spanning is te hoog.
De back-upzijde is overbelast.
Overbelasting back-up
OORZAKEN
De omvormer kan geen netverbinding detecteren.
De omvormer detecteert dat de AC-spanning buiten het
normale bereik van de veiligheidsvoorschriften in het
land van gebruik valt.
De omvormer detecteert dat de netfrequentie buiten het
normale bereik van de veiligheidsvoorschriften in het
land van gebruik valt.
De werkomgeving van de omvormer heeft een hoge
temperatuur veroorzaakt.
Isolatiefouten kunnen verschillende oorzaken hebben,
bijvoorbeeld niet juist geaarde PV-panelen, beschadigde
DC-kabel, verouderde PV-panelen of een relatief hoge
luchtvochtigheid etc.
Aardingsfouten kunnen verschillende oorzaken hebben,
bijvoorbeeld een niet juist aangesloten nuldraad aan
AC-zijde of een relatief hoge luchtvochtigheid etc.
De nul- en aardleidingen zijn aan AC-zijde niet juist
aangesloten of dit is een incidentele fout.
De omvormer detecteert een hoog DC-aandeel in de AC-uitgangstroom.
Wordt veroorzaakt door een sterk extern magneetveld etc.
Wordt veroorzaakt door een sterk extern magneetveld etc.
/
Het totale belastingsvermogen aan back-upzijde is groter
dan het nominale back-up-uitgangsvermogen.
OPLOSSINGEN
1. Controleer of de AC-zijde onder spanning staat (gebruik een multimeter). Ga na of netstroom beschikbaar is.
2. Controleer of de AC-kabels stevig zijn aangesloten.
3. Als alles in orde is, de AC-stroomonderbreker uitschakelen en na 5 minuten weer inschakelen.
1. Zorg ervoor dat de veiligheidsinstellingen voor het betreffende land juist zijn ingesteld.
2. Controleer (m.b.v. een multimeter) of de AC-spanning (tussen L en N) binnen het normale bereik ligt (controleer ook bij de AC-stroomonderbreker).
a. Als de AC-spanning hoog is, controleer dan of de AC-kabel aan de vereisten in de gebruikershandleiding voldoet en of de AC-kabel niet te lang is.
b. Als de AC-spanning laag is, controleer dan of de AC-kabel goed is aangesloten en of de mantel van de AC-kabel niet in de AC-klem is
meegekrompen.
3. Controleer of de netspanning stabiel is en binnen het normale bereik voor uw land ligt.
1. Zorg ervoor dat de veiligheidsinstellingen voor het betreffende land juist zijn ingesteld.
2. Als de veiligheidsinstellingen voor uw land juist zijn ingesteld, kijk dan op de display van de omvormer of de AC-frequentie (Fac) binnen het
normale bereik ligt.
3. Als een Fac-storing slechts af en toe optreedt en snel weer verdwijnt, kan deze worden veroorzaakt door incidenteel optredende schommelingen
in de netfrequentie.
1. Probeer de omgevingstemperatuur te verlagen.
2. Controleer of de installatie voldoet aan de instructies in de gebruikershandleiding van de omvormer.
3. Schakel de omvormer gedurende 15 minuten uit. Start de omvormer dan opnieuw.
1. Gebruik een multimeter om te controleren of de weerstand tussen aarde en het frame van de omvormer dichtbij nul ligt. Als dit niet het geval is,
controleer dan de aansluiting.
2. Als de luchtvochtigheid te hoog is, kan een isolatiefout optreden.
3. Controleer de weerstand tussen PV1+/PV2+/BAT+/PV- naar aarde. Als de weerstand lager is dan 33,3 kΩ, controleer dan de aansluiting van de
systeembekabeling.
4. Start de omvormer opnieuw op. Kijk of de fout opnieuw optreedt. Zo niet, betekent dit dat de fout werd veroorzaakt door een incidentele situatie.
Zo ja, neem dan contact op met de aftersales-afdeling.
Controleer (m.b.v. een multimeter) of er spanning tussen aarde en het frame van de omvormer bestaat (deze hoort dichtbij 0 V te zijn). Als er spanning
wordt gemeten, betekent dit dat de nul- en aardleiding aan AC-zijde niet goed zijn aangesloten. Als deze fout alleen in de vroege ochtend, tijdens de
schemering of op regenachtige dagen met een hogere luchtvochtigheid optreedt en snel weer verdwijnt, is dit een normale gebeurtenis.
Controleer (m.b.v. een multimeter) of er een hoge spanning tussen de N- en PE-leidingen aan AC-zijde bestaat (de spanning hoort normaal gesproken
lager dan 10 V te zijn). Als er een spanning hoger dan 10 V wordt gemeten, betekent dit dat de nul- en aardleiding aan AC-zijde niet goed zijn
aangesloten. Start anders de omvormer opnieuw op.
Start de omvormer opnieuw op en kijk of de fout opnieuw optreedt. Zo niet, dan is het een incidentele situatie. Zo ja, neem dan onmiddellijk contact
op met de aftersales-afdeling.
Start de omvormer opnieuw op en kijk of de fout opnieuw optreedt. Zo niet, dan is het een incidentele situatie. Zo ja, neem dan onmiddellijk contact
op met de aftersales-afdeling.
Start de omvormer opnieuw op en kijk of de fout opnieuw optreedt. Zo niet, dan is het een incidentele situatie. Zo ja, neem dan onmiddellijk contact
op met de aftersales-afdeling.
Start de omvormer opnieuw op en kijk of de fout opnieuw optreedt. Zo niet, dan is het een incidentele situatie. Zo ja, neem dan onmiddellijk contact
op met de aftersales-afdeling.
Verlaag het stroomverbruik door apparaten aan back-upzijde om ervoor te zorgen dat het totale belastingsvermogen lager is dan het nominale
back-up-uitgangsvermogen (zie pagina 11).
24