Inhoudsopgave
Advertenties
• Volg de veiligheidsvoorschriften (bijv.
veiligheidsvoorschriften voor het werken aan
elektrische centrales) van uw regio en voor
alle andere systeemcomponenten, inclusief
draden en kabels, connectoren, oplaadregelaars,
omvormers, opslagbatterijen, oplaadbare
batterijen, enz.
• Onder normale omstandigheden zal een
fotovoltaïsche module waarschijnlijk te
maken krijgen met omstandigheden die meer
stroom en/of spanning produceren dan bij
standaardtestomstandigheden is gemeld.
Dienovereenkomstig moeten de waarden van
ISC en VOC die op deze module zijn gemarkeerd,
worden vermenigvuldigd met een factor van 1.25
bij het bepalen van de nominale spanning van
de componenten, de nominale stroomwaarden
van de geleiders, de minimumfactor van
de zekeringgrootte en de grootte van de
bedieningselementen die zijn aangesloten op de
PV-uitgang.
• Gebruik alleen dezelfde connectoren om modules
aan te sluiten om een tekenreeks te vormen, of om
verbinding te maken met een ander apparaat. Als je de
connectoren verwijdert, vervalt de garantie.
• Het is ten strengste verboden om natte
modules aan te raken, tenzij er apparatuur
wordt gedragen die voldoet aan de
vereisten voor elektrische schokken. Bij het
reinigen van modules is het noodzakelijk
om te werken volgens de vereisten in deze
handleiding. De connector mag niet in
contact komen met de volgende chemicaliën:
Benzine, witte bloemenolie, activeringsolie,
matrijstemperatuurolie, motorolie, vet,
smeerolie, roestwerende olie, stempelolie, boter,
Dieselolie, eetbare olie, aceton, alcohol, lijm en
potlijm die oxime gas, TBP, reinigingsmiddel, etc.
kan produceren.
2.4 Brandveiligheid
8
Installatiehandleiding - TECHNEA ZONNEPANELEN
• Raadpleeg uw lokale overheid voor richtlijnen en
vereisten voor brandveiligheid in gebouwen of
gebouwen.
• Volgens de norm IEC 61730-2 zijn Technea
zonnepanelen brandklasse C. Bij installatie op
het dak moet het dak worden afgedekt met een
laag brandbestendig materiaal dat niet lager is
dan dit niveau, en moet er voldoende ventilatie
zijn tussen de achterkant van de module en het
installatieoppervlak.
• Dakconstructie en -installatie kunnen de
brandveiligheid van het gebouw beïnvloeden,
onjuiste installatie kan in geval van brand gevaar
opleveren.
• Gebruik geschikte componenten zoals
zekeringen, stroomonderbrekers en
aardingsconnectoren, zoals vereist door de
lokale overheid.
• Gebruik geen modules in de buurt van
apparatuur of op plaatsen waar brandbare
gassen kunnen worden gegenereerd of
verzameld.
Advertenties
Inhoudsopgave
