5. ELEKTRISCHE INSTALLATIE
• Alle te gebruiken componenten moeten
goed met elkaar overeenkomen, niet alleen
mechanisch, maar zullen ook niet leiden tot
galvanische corrosie. Galvanische corrosie valt
niet onder de garantie.
• Het wordt afgeraden om modules met
verschillende configuraties (aarding, bedrading)
in hetzelfde systeem te gebruiken.
• Overmatige kabels moeten op een adequate
manier worden geordend of bevestigd, bijv.
door het gebruik van niet-metalen kabelbinders
aan de montagestructuur te bevestigen.
Zonnekabels, connectoren en aansluitdozen
mogen niet gedurende langere tijd worden
blootgesteld aan water, sneeuw en regen of
onderdompeling van water (IP65/67/68).
• Voor toepassingen die een hoge
bedrijfsspanning vereisen kunnen meerdere
modules in serie worden aangesloten om een
reeks modules te vormen; de systeemspanning
is dan gelijk aan de som van de spanning van
elke module.
• Voor toepassingen die hoge bedrijfsstromen
vereisen kunnen meerdere reeksen modules
parallel worden aangesloten; de systeemstroom
is dan gelijk aan de som van de stroom van elke
reeks modules.
• De maximale systeemspanning is 600 volt,
1000 volt of 1500 volt, afhankelijk van de
productfamilie DC volgens de normen.
• Het maximale aantal in serie aangesloten
modules is afhankelijk van het systeemontwerp,
het gebruikte type omvormer en de
omgevingsomstandigheden.
• Op basis van de maximale zekering capaciteit van de
module en de lokale elektrische installatiecode moet
je er altijd voor zorgen dat zonnepanelen van Technea
worden gemonteerd met de juiste draadzekering voor
circuitbeveiliging. Er is geen specifieke beperking
op het aantal modules dat parallel kan worden
aangesloten. Het aantal modules wordt bepaald
24
Installatiehandleiding - TECHNEA ZONNEPANELEN
door systeemontwerpparameters zoals stroom of
vermogen.
• Bij het ontwerpen van arrays met grote modules
die zijn aangesloten op één omvormer, moet
altijd rekening worden gehouden met de
resulterende isolatieweerstand (Riso), waardoor
het aantal modules in de array afneemt.
Een te lage riso kan leiden tot storingen in
de omvormer. Elke keuze van een ander
connectortype dan gespecificeerd kan de
garantie van de module ongeldig maken.
• Om te voorkomen dat de kabels en connectoren
oververhit raken, moeten de doorsnede van
de kabels en de capaciteit van de connectoren
worden geselecteerd om te voldoen aan de
maximale kortsluitstroom van het systeem.
De aanbevolen kabel is PV-draad met een
doorsnede van minstens 4 mm2.
• Let op: Zet de kabels niet te strak vast.
Kabelschade veroorzaakt door het
kabelbeheersysteem valt niet onder de garantie
van Technea.
• Raadpleeg de lokale regelgeving om de
grootte, het type en de temperatuur van de
systeemdraden te bepalen.
• Technea zonnepanelen worden geleverd met
connectoren die worden gebruikt voor elektrische
aansluitingen van het systeem. We raden je ten zeerste
aan het originele connectortype te gebruiken dat
wordt gespecificeerd in het productinformatieblad van
Technea.
• Om een betrouwbare elektrische aansluiting te
garanderen en mogelijke inbraak van vocht te
voorkomen, moeten twee connectoren worden
gekoppeld en aan elkaar worden vergrendeld
totdat een klik hoorbaar is.