W
-
. (
EERGAVE
INST
instellingen te activeren. Het menu beeldscherminstellingen biedt de volgende
opties:
H
ORIZONTALE POSITIE
verplaatsen en
V
ERTICALE POSITIE
om het omlaag te verplaatsen.
F
REQUENTIE
wijzigen in overeenstemming met de frequentie van de grafische kaart van
uw computer. Als u een verticale knipperende golf ziet, gebruik dan
Frequentie om de balken te minimaliseren. Dit is een onnauwkeurige
aanpassing.
O
PSPORING
van de grafische kaart. Als u een onstabiel of flikkerend beeld hebt, gebruik
dan de functie Opsporing om dit te corrigeren. Dit is een nauwkeurige
aanpassing.
B
EELDVERHOUDING
selecteren om de weergave van het beeld aan te passen. De opties zijn:
Oorsprong, 16:9 en 4:3.
•Oorsprong — selecteer Oorsprong om de beeldverhouding van de
beeldprojector te behouden in overeenstemming met de ingangsbron.
•16:9 — De invoerbron past het beeld aan zodat het past op de breedte van
het scherm om een 16:9 breedbeeld te projecteren.
• 4:3 — De invoerbron past het beeld aan zodat het op het scherm past en
projecteert een 4:3 beeld.
Z
—
Druk op
OOM
PC-
)—
Selecteer en druk op
IN
MODUS
—
Druk op
om het naar links te verplaatsen.
—
Druk op
—
Hiermee kunt u de klokfrequentie van de weergavegegevens
—
Synchroniseer de fase van het beeldschermsignaal met deze
—
Hiermee kunt u de hoogte-breedteverhouding
en
Z
OOMNAVIGATIE
activeren.
Gebruik
om het beeld naar rechts te
om het beeld omhoog te verplaatsen en
om in te zoomen en het beeld weer te geven.
Pas de schaal van de foto aan door op
te drukken en druk op
alleen op uw afstandsbediening weer te
geven.
—Druk op
om het menu Zoomnavigatie te
om te navigeren op het projectiescherm.
Uw projector gebruiken
om de weergave-
om de foto
of
43