7 Configuratie
#
Code
[4.4]
[7‑02]
▪ 0: 1 zone
Slechts
aanvoerwatertemperatuurzone:
a Primaire AWT-zone
▪ 1: 2 zones
[4.4]
[7‑02]
Twee aanvoerwatertemperatuurzones.
De
aanvoerwatertemperatuurzone bestaat
uit de warmteafgevers met grotere
belasting en een mengstation om de
gewenste aanvoerwatertemperatuur te
bereiken. Bij verwarming:
a Secundaire AWT-zone: Hoogste
temperatuur
b Primaire AWT-zone: Laagste
temperatuur
c Mengstation
OPMERKING
Het systeem NIET op de volgende manier configureren,
kan schade aan de warmteafgevers veroorzaken. Als er 2
zones zijn, is het bij verwarming belangrijk dat:
▪ de zone met de laagste watertemperatuur wordt
geconfigureerd als de primaire zone, en
▪ de zone met de hoogste watertemperatuur wordt
geconfigureerd als secundaire zone.
OPMERKING
Als er 2 zones zijn en de afgevertypes onjuist zijn
geconfigureerd, kan er water met een hoge temperatuur
naar een afgever met lage temperatuur (vloerverwarming)
worden gestuurd. Om dit te vermijden doet u het volgende:
▪ Installeer een aquastat-/thermostaatklep om te hoge
temperaturen naar een lage temperatuur-afgever te
voorkomen.
▪ Zorg dat u de afgevertypes voor de primaire zone [2.7]
en voor de secundaire zone [3.7] correct instelt in
overeenstemming met de aangesloten afgever.
OPMERKING
Er kan drukverschil-omloopklep in het systeem worden
geïntegreerd. Denk erom dat deze klep mogelijk niet op de
afbeeldingen wordt getoond.
Installatiehandleiding
24
Beschrijving
één
a
primaire
a
c
b
Met glycol gevuld systeem
Deze instelling biedt de installateur de mogelijkheid om aan te geven
of het systeem gevuld is met glycol of met water. Dit is belangrijk in
het geval er glycol wordt gebruikt om het watercircuit te beschermen
tegen bevriezing. Als deze instelling NIET correct is ingesteld, kan
de vloeistof in de leidingen bevriezen.
#
Code
N.v.t.
[E-0D]
Met glycol gevuld systeem: Is het
systeem gevuld met glycol?
▪ 0: Nee
▪ 1: Ja
7.2.4
Configuratiewizard: Back-upverwarming
De back-upverwarming is aangepast om op de meeste Europese
elektriciteitsdistributienetten aangesloten te worden. Als de back-
upverwarming beschikbaar is, moet de spanning, de configuratie en
de capaciteit worden ingesteld op de gebruikersinterface.
De capaciteiten voor de verschillende stappen van de back-
upverwarming moeten voor de energiemeting en/of de regeling van
de besturing energieverbruik ingesteld worden om goed te werken.
Door de weerstand van elk verwarmingstoestel te meten, kunt u de
exacte capaciteit van elk verwarmingstoestel instellen en zodoende
meer nauwkeurige energiegegevens hebben.
Type back-upverwarming
De back-upverwarming is aangepast om op de meeste Europese
elektriciteitsdistributienetten aangesloten te worden. Het type van
back-upverwarming kan worden geraadpleegd, maar niet gewijzigd.
#
Code
▪ 3: 6V
[9.3.1]
[E‑03]
▪ 4: 9W
Spanning
▪ Voor een 6V-model kan dit worden ingesteld op:
▪ 230 V, 1ph
▪ 230 V, 3ph
▪ Voor een 9W-model is dit vastgesteld op 400 V, 3ph.
#
Code
▪ 0: 230 V, 1ph
[9.3.2]
[5‑0D]
▪ 1: 230 V, 3ph
▪ 2: 400 V, 3ph
Configuratie
De back-upverwarming kan op verschillende manieren worden
geconfigureerd. Ze kan worden geconfigureerd als 1-staps back-
upverwarming of als back-upverwarming met 2 stappen. Bij 2
stappen hangt de capaciteit van de tweede stap af van deze
instelling. Er kan ook een hogere capaciteit van de tweede stap
worden ingesteld in een noodgeval.
#
Code
[9.3.3]
[4‑0A]
▪ 0: Relais 1
▪ 1: Relais 1 / Relais 1+2
▪ 2: Relais 1 / Relais 2
▪ 3: Relais 1 / Relais 2 Noodbedrijf
Relais 1+2
INFORMATIE
Instellingen [9.3.3] en [9.3.5] zijn aan elkaar gekoppeld. Als
u één instelling verandert, wordt ook de andere gewijzigd.
Controleer dus bij het veranderen of de waarde van de
andere instelling nog steeds is zoals verwacht.
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
ETVH/X12S18+23E
Daikin Altherma 3 H MT F
4P634880-1C – 2022.08