Funkmanagement
Radiografische inbouwactor 2-kanaals
o
Massieve aders tot aan de aanslag in een ronde opening aan de installatiezijde steken (af-
beelding 7).
5.2 Inbedrijfname
i Handleiding van de radiografische zender aanhouden.
GEVAAR!
Elektrische schok bij aanraken van onderdelen die onder spanning staan.
Elektrische schokken kunnen dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Tijdens de inbedrijfstelling de onderdelen onder spanning op de radiografische
zenders en actoren en in de omgeving daarvan afdekken.
Radiografische zender inleren
i Wanneer alle geheugenplaatsen van een uitgang zijn bezet, dan moet eerst een al inge-
leerde radiografische zender worden gewist. Daarvoor alle ingeleerde kanalen en lichtsce-
nario's van de radiografische zender afzonderlijk wissen.
De afstand tussen ontvanger en radiografische zender is 0,5 tot 5 m.
De last is uitgeschakeld.
o
De programmeerknop ca. 4 seconden indrukken.
LED knippert rood. Het apparaat schakelt de aangesloten lasten uit en bevindt zich gedu-
rend ca. 1 minuut in de programmeermodus voor uitgang A.
i Om in de programmeermodus voor uitgang B te komen, programmeertoets opnieuw gedu-
rende 4 seconden indrukken. LED knippert groen.
o
Leertelegram aan radiografische zender activeren, zie handleiding radiografische zender.
LED brandt rood voor uitgang A resp. groen voor uitgang B.
De radiografische zender is ingeleerd.
o
Programmeertoets kort indrukken.
Last schakelt in. Apparaat staat in de bedrijfsstand.
i De programmeermodus wordt na ca. 1 minuut automatisch verlaten.
i Alleen schakelactor: bij inleren van een radiografische zender worden aanwezige alles-
aan-toets en alles-uit-toets automatische meegeleerd.
i Alleen schakelactor: lichtscenariotoetsen afzonderlijk inleren.
Radiografische zenders afzonderlijk wissen
o
De te wissen radiografische zender opnieuw inleren (zie radiografische zender inleren).
LED knippert snel in de betreffende kleur van de uitgang. De radiografische zender is ge-
wist.
i Wanneer meerdere kanalen of lichtscenario's van een radiografische zender zijn ingeleerd,
dan moeten deze afzonderlijk worden gewist.
6 Bijlage
Het symbool bevestigt de comformiteit van het product met de geldende richtlijn.
6.1 Technische gegevens
Nominale spanning
Netfrequentie
Omgevingstemperatuur
Relatieve vochtigheid
Totaal aangesloten vermogen
Aansluitvermogen per uitgang
Gloeilampen
HV-halogeenlampen
82534823
J:0082534823
ca. 0 ... 65 % (Geen condens)
6/7
AC 230 / 240 V ~
50 / 60 Hz
-20 ... +55 °C
max. 2300 W/VA
2300 W
2300 W
12.02.2013