5. CONFIGURATIETABEL
DS # 2
ASB
DS # 3
Rel 1: detectiemodus
DS # 4
Rel 2: detectiemodus
DS # 5
Rel 1&2: impulsmodus
DS # 6
Memory effect*
* Memory effect: alleen funtioneel indien DIP # 2 op OFF geschakeld is.
** zie sticker op product voor meer informatie.
*** als beide relais in impulsmodus werken, heeft DIP # 5 toepassing op relais 1. De impuls op relais 2 wordt dan omgekeerd
(alleen voor MATRIX-4-S).
LED-SIGNAAL
GROENE LED
De groene LED duidt aan dat de sensor onder spanning staat.
ON: korrecte netspanning
OFF: intern probleem of te lage netspanning
De goene LED knippert als een schakelaar veranderd werd zonder bevestiging via drukknop.
De rode LED duidt de detectie status van de overeekomende uitgang aan.
RODE LED
Iedere LED komt overeen met één uitgang.
Als de sensor onder spanning staat meet deze de trillingsfrequentie op iedere lus. Het resultaat
van deze meting wordt door de LED aangeduid. Indien een detectie plaatsvindt tijdens dit signaal,
wordt het frequentiesignaal geannuleerd en wordt de status van de ralis aangeduid door de rode
LED.
ONJUISTE WERKING
1. Wanneer de sensor een onjuiste werking op een lus detecteert, wordt de overeenkomende relais geactiveerd zolang de
werking gestoord is om eventuele ongevallen te voorkomen. Deze storing wordt alleen opgeslaan indien de memory
effect modus geactiveerd is.
2. Wanneer de frequentietrilling van de lus (A of B) buiten de grenzen treedt (+/- 10 %), blijft de overeenkomende relais in
detectie en knippert de rode LED. Als de frequentietrilling weer binnen de correcte waardes ligt, gaat de sensor terug
naar zijn normale werking.
3. Als een schakelaar zonder bevestiging via drukknop veranderd wordt, knippert de groene LED. Deze informatie wordt
opgeslaan om een automatische bevestiging na het verbreken van de spanning te voorkomen.
4. Als bij het opstarten van de spanning de inductie van de lus buiten de voorgedefinieerde rijkwijdte ligt (40 µH tot 470
µH), duidt de LED een fout aan (zie tabel). De lus blijft in deze status totdat het probleem opgelost wordt.
5. Wanneer een interne fout van de µP gedetecteerd wordt, worden beide relais geactiveerd, de groene LED is uit en de
status van de 2 rode LEDs is onbeslist. Om de µP terug op te starten, moet een nieuwe setup gestart worden door lang
op de drukknop te drukken.
BEA SA | LIEGE Science Park | ALLÉE DES NOISETIERS 5 - 4031 ANGLEUR [BELGIUM] | T +32 4 361 65 65 | F +32 4 361 28 58 | INFO@BEA.BE | WWW.BEA-SENSORS.COM
Hierbij verklaart BEA dat de MATRIX in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen
van de richtlijne 2014/53/EU en 2011/65/EU (RoHS).
De volledige conformiteitsverklaring is beschikbaar op onze website
Dit product moet gescheiden van huishoudelijk afval worden afgevoerd
Onafhankelijke modus
DS # 1 (OFF <=)
MATRIX-4-S en MATRIX-4-D
OFF <=
OFF
Aanwezigheid A
Aanwezigheid B
Ingang***
OFF
Storing
De inductie is > 470 µH
De inductie is < 40 µH
Storing van de frequentietrilling
Gecombineerde modus
alleen voor MATRIX-4-D
=> ON
OFF <=
ON
OFF
Impuls A
->
A
Aanwezigheid
Impuls B
(A of B)
Uitgang
Ingang
ON
OFF
LED-signaal
LED knippert 3 x / 2 sec
LED knippert 4 x / 1 sec
LED knippert 1 x / 2 sec
DS # 1 (=> ON)
=> ON
ON
B
->
A
B
Opposite combined**
Uitgang
ON