Leg nu het vrije uiteinde van de
manchet goed aansluitend, maar
niet té strak, rond de arm en sluit
de klittenband. De manchet moet
zo strak zijn aangelegd, dat nog
twee vingers onder de manchet
kunnen worden gebracht.
Steek nu de manchetslang in de
aansluiting voor de manchetcon-
nector.
Let op: Het apparaat mag uitsluitend met de originele man-
chet worden gebruikt. De manchet is geschikt voor een
armomvang van 22 tot 30 cm.
Onder bestelnummer 162.795 is een grotere manchet in de
vakhandel en bij de serviceafdeling verkrijgbaar, voor een
bovenarmomvang van 30 tot 42 cm.
De juiste lichaamshouding aannemen
• Rust voor elke meting ongeveer 5 minuten uit! Anders
kunnen onnauwkeurigheden ontstaan.
• U kunt de meting zowel zittend als staand uitvoeren. Let
er in elk geval op dat de manchet zich op harthoogte be-
vindt.
• Om een foutieve meting te voorkomen, is het belangrijk
dat u tijdens de meting rustig blijft en niet spreekt.
Bloeddrukmeting uitvoeren
• Start het bloeddrukapparaat met de toets START/STOP
• Voor de meting wordt kort het laatst opgeslagen meetre-
sultaat weergegeven. Wanneer zich geen meting in het
geheugen bevindt, geeft het apparaat de waarde „0" aan.
• De manchet wordt opgepompt tot 190 mmHg. De lucht-
druk in de machet wordt langzaam verlaagd. Bij een reeds
waarneembare tendens voor hoge-bloeddruk wordt nog-
maals gepompt en de manchetdruk opnieuw verhoogd.
Zodra een pols wordt waargenomen, verschijnt het sym-
p
p
p
p
p
bool pols
.
• De meetresultaten van de systolische druk, de diastoli-
sche druk en de pols worden weergegeven.
• U kunt de meting altijd beëindigen door op de START/
STOP-toets
te drukken.
• Wanneer de meting niet volgens de voorschriften kan
worden uitgevoerd, verschijnt „Er". Raadpleeg het hoofd-
stuk „Foutmelding/Foutoplossing" in deze gebruiksaanwij-
zing en herhaal de meting.
• Het meetresultaat wordt automatisch opgeslagen.
• Om uit te schakelen en druk te verlagen drukt u opnieuw
op de toets START/STOP
6
. Wanneer u vergeten bent
.