4. Meting voorbereiden
Batterij plaatsen
• Verwijder het deksel van het
batterijvak, aan de achter-
zijde van het apparaat.
• Plaats 4 batterijen, type AA,
1,5 V (alkaline type LR6).
Let er beslist op dat de bat-
terijen overeenkomstig de
aanduiding met de plus- en minpolen in de goede richting
komen te liggen. Er mogen geen herlaadbare batterijen
worden gebruikt.
• Sluit het deksel van het batterijvak weer zorgvuldig.
Als het batterijvervangsymbool
is meten niet meer mogelijk en moeten alle batterijen
worden vervangen.
Breng de lege batterijen naar een inzamelpunt voor lege
batterijen en accu's (klein en gevaarlijk afval), of geef ze af
in een elektro-zaak. U bent wettelijk verplicht, de batterijen
op te ruimen.
Opmerking: Deze tekens vindt u op batterijen,
die schadelijke stoffen bevatten:
Pb = de batterij bevat lood, Cd = de batterij
bevat cadmium, Hg = de batterij bevat kwik.
permanent zichtbaar is,
Gebruik met netvoeding
U kunt dit apparaat ook in combinatie met een netvoeding
gebruiken. Er mogen dan echter geen batterijen in het bat-
terijvak aanwezig zijn. De netvoeding is onder bestelnum-
mer 071.19 in de vakhandel en bij de serviceafdeling ver-
krijgbaar.
Alleen de hier beschreven netvoedingsapparaten mogen
worden gebruikt in combinatie met deze bloeddrukmeter.
De netvoeding mag alleen op de op het typeplaatje aange-
geven netspanning worden aangesloten.
5. Bloeddruk meten
Breng het apparaat voor meting op kamer temperatuur.
De manchet plaatsen
Leg de manchet aan rond de
ontblote linker bovenarm. De
doorbloeding van de arm mag niet
worden belemmerd door te nauwe
kleding en dergelijke.
De manchet moet zo op de
bovenarm worden geplaatst dat de
onderste rand zich 2 – 3 cm boven
de elleboogplooi en boven de
arterie bevindt. De slang wijst naar
het midden van de handpalm.
5