Installatie
•
Neem passende maatregelen om te voorkomen dat het apparaat
door kleine dieren als schuilplaats wordt gebruikt. Dieren die in
contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen
of brand veroorzaken. Instrueer de klant de omgeving van het
apparaat schoon te houden.
•
Installeer de eenheden op een plaats waar de gas-, vloeistof- en
condensaatleidingen gemakkelijk kunnen worden geïnstalleerd.
•
Installeer de airconditioner op een fundering die sterk genoeg is
om het gewicht van de unit te dragen. Een onvoldoende stevige
fundering kan het toestel doen vallen en verwondingen veroorzaken.
•
Installeer de binnenunit, buitenunit, voedingskabels, verbindings-
kabels en afstandsbedieningskabels op minstens 1 m afstand van
een TV of radio-ontvanger. Dit is om interferentie te voorkomen
(zelfs op meer dan 1 m kunnen de signalen echter nog gestoord
worden).
•
Zet de deksel van de elektriciteitskast en het servicepaneel van
de toestellen goed vast. Als de deksel van de elektriciteitskast
of het servicepaneel van het toestel niet correct is bevestigd,
bestaat er gevaar voor brand, elektrische schokken door de
aanwezigheid van stof, water enz.
Elektrische aansluitingen
•
Dit apparaat is ontworpen voor een nominale spanning van 230
Volt 50Hz. Op geen enkel moment (ook niet tijdens het opstarten)
mag de spanning op de klemmen van het apparaat onder 198 V of
boven 264 V komen.
•
De maximale lengte van de kabel moet, afhankelijk van het
spanningsverlies, minder dan 2% bedragen. Gebruik een grotere
kabeldoorsnede als het spanningsverlies 2% of meer bedraagt.
•
De elektrische aansluitingen worden pas gemaakt nadat alle
andere montagewerkzaamheden (bevestiging, assemblage, enz.)
zijn voltooid.
8