5. NOODBEDIENING
Gebruik de noodbediening alleen bij verlies of storing van de afstandsbediening.
Zie paragraaf 1, pagina 23 om de noodknop op de binnenunit te vinden.
In noodgevallen kan de binnenunit enige tijd automatisch werken.
Zodra de noodknop is ingedrukt, geeft 1 pieptoon het begin van de nood-
bediening aan.
In deze bedrijfsmodus is het niet mogelijk de instellingen voor temperatuur en
ventilatorsnelheid te wijzigen. Het is ook niet mogelijk een timer in te stellen of
de DRY-modus te activeren.
Wanneer de Start/Stop-knop voor het eerst wordt ingedrukt en de noodbediening start, werkt het
toestel automatisch in de volgende modi::
Kamertemperatuur
Boven 23°C
Onder 23°C
6. TESTMODUS
Gebruik de testmodus niet in normaal bedrijf..
De testknop is dezelfde als de noodknop.
Gebruik de testmodus bij de inbedrijfstelling van het toestel. Het apparaat start
in de koelmodus, zelfs als de kamertemperatuur lager is dan 16°C.
Druk langer dan 5 seconden op de knop voor de testmodus. 2 pieptonen geven
aan dat de testmodus is geactiveerd. Laat de knop los.
In deze werkingsmodus werkt de ventilatormotor van de binnenunit op hoge
snelheid.
30
Ingestelde
Tijdmodus
temperatuur
26 °C
23 °C
Ventilatie-
snelheid
Nee
AUTO
Nee
AUTO
Werkwijze
Airconditioning
Verwarming