2 Veiligheid
2.1 Verantwoordelijkheid
Instructie van de exploitant:
Bediening van de installatie:
Onderhoud en functionele controle:
Jaarlijkse controle en goedkeuring:
Deskundig zijn personen die op basis van hun vakopleiding en -ervaring beschikken over voldoende
kennis op het gebied van mechanisch aangedreven deuren en in die mate op de hoogte zijn van de
desbetreffende ongevalpreventievoorschriften, richtlijnen en algemeen erkende regels van de techniek
dat zij de arbeidsveilige toestand van mechanisch aangedreven deuren, kunnen beoordelen.
Alleen een deskundig elektricien is bevoegd voor onderhoudswerkzaamheden aan elektrische onder-
delen.
2.2 Doelmatig gebruik
De automatische draaideur is uitsluitend bestemd voor het gebruik op droge locaties in de doorgangs-
zone voor personen en in het kader van de gespecificeerde technische gegevens. De aandrijfeenheid
kan met passende middelen ook aan de buitenkant het gebouw worden toegepast. Technische veran-
deringen aan het deursysteem mogen alleen door vakkundige personen worden uitgevoerd. Ieder
ander of verdergaand gebruik geldt als oneigenlijk en kan leiden tot gevaren voor het lijf en leven.
2.3 Voorwaarden voor gebruik van de installatie
De deurinstallatie is door deskundige personen ontworpen en geassembleerd. Bovendien is vóór
overdracht aan de exploitant de functie en de veiligheid ervan getest. De exploitant is geïnstrueerd door
het installatiebedrijf m.b.t. de bediening, het onderhoud en de risico's die de installatie met zich mee-
brengt. Door ondertekening van het testboek T-879 bevestigt hij dat zulks heeft plaatsgevonden.
Aanvullend op de gebruikshandleiding gelden de algemeen geldende, wettelijke en de veiligheidstech-
nische en arbeidsmedische bepalingen met betrekking tot ongevalpreventie en milieubescherming in
het desbetreffende land waarin de installatie wordt geëxploiteerd.
• Het bevoegde personeel (zie hoofdstuk 2.1) moet deze handleiding voor de ingebruikname resp.
het gebruik van het deursysteem hebben gelezen en begrepen.
• Gebruik de installatie alleen als deze in 100% foutloze toestand verkeert. Houdt u zich aan de door
de fabrikant voorgeschreven gebruiksvoorwaarden en controle- en onderhoudsintervallen (hfdstk 6).
• Het is verboden om veiligheidsinrichtingen (bijv. sensoren, veiligheidsafdekkingen) te verwijderen
of buiten bedrijf te stellen.
• Zorg dat eventuele storingen onmiddellijk door een deskundig persoon worden verholpen.
2.4 Gevaren en risico's
Afhankelijk van de uitvoering en de
uitrusting van de installatie bestaat
er een bepaald restgevaar dat li-
chaamsdelen bekneld raken, kun-
nen worden afgescheiden en/of dat
de deur met een beperkte kracht
tegen u opbotst.
Deskundig persoon van een TORMAX verkooppartner
Exploitant of door exploitant geïnstrueerd persoon
Exploitant of door exploitant geïnstrueerd persoon
Door fabrikant geautoriseerd, deskundig persoon
Gebruiksaanwijzing TORMAX 1102/1201 T-1661 nl
T1661_3
5