Condensreservoir vullen
Bij het drogen ontstaat condenswater.
Dit wordt opnieuw gebruikt voor ver-
schillende programmatoepassingen en
wordt via een inspuiter in de trommel
gespoten.
Zorg er daarom voor dat het condens-
reservoir minstens tot de ―min―–
markering met water is gevuld. Anders
treedt een storing op.
De ―min―-markering vindt u links
vooraan. Als u het condenswater naar
buiten toe afvoert, dan is het condens-
reservoir leeg.
Controleer het niveau van het con-
densreservoir.
Vul alleen normaal verkrijgbaar con-
denswater (voor het strijken) bij.
Gebruik alleen in uitzonderlijke geval-
len leidingwater.
Als er vaker leidingwater wordt ge-
bruikt, kan de inspuiter in de vulope-
ning verkalken.
Condenswaterreservoir
1 Giettuit, 2 Rubberen dichting
Giet het condenswater door de ringen
van de tuit 1.
De sproeikop in de vulopening kan
verstopt raken.
Vul enkel met schoon water. Er mo-
gen geen geurstoffen, wasmiddelen
en andere substanties in het water
zitten.
Rubberen dichting reinigen
Als er vaker leidingwater wordt bijge-
vuld, dan kunnen zich kalkvlekken op
de rubberen dichting 2 vormen.
Veeg kalkresten op de rubberen dich-
ting 2 voorzichtig weg met een voch-
tig schoonmaakdoekje.
53