4. Programma-instellingen kiezen
Startuitstel/SmartStart
Startuitstel
Met het startuitstel kunt u een latere
start van het programma kiezen.
Deze functie is actief wanneer de in-
stelling
SmartGrid
Het aantal uren kan van
den ingesteld. Het aantal minuten kan in
stappen van 15 minuten van
worden ingesteld.
Starttijdstip instellen
Raak de sensortoets aan.
In de display verschijnt:
Start over
Stel met de sensortoetsen de
uren in. Bevestig met de sensortoets
OK.
Het scherm verandert:
Start over
Stel met de sensortoets de mi-
nuten in. Bevestig met de sensortoets
OK.
Tip: Wanneer u uw vinger op de sen-
sortoetsen of houdt, wordt de
waarde automatisch verlaagd of ver-
hoogd.
Starttijdstip wijzigen
Het gekozen starttijdstip kan worden
gewijzigd voor de programmastart.
Raak de sensortoets aan.
36
is uitgeschakeld.
tot
wor-
00
24
tot
00
h
00
:00
06:
45
h
Wijzig indien gewenst de aangegeven
tijd en bevestig met de sensortoets
OK.
Starttijdstip wissen
Het gekozen starttijdstip kan worden
gewist voor de programmastart.
Raak de sensortoets aan.
Het gekozen starttijdstip staat in de dis-
play.
45
Stel met sensortoetsen een
waarde van
sensortoets OK.
Het gekozen starttijdstip is gewist.
Na de programmastart kan het geko-
zen starttijdstip nog enkel worden ge-
OK
wist of gewijzigd door het programma
te onderbreken.
Startvertraging starten
Raak de sensortoets Start/Trommel
bijvullen aan om de voorprogramme-
ring te starten.
De trommel bijvullen tijdens een aflo-
OK
pende voorprogrammering
Volg de beschrijving in het hoofdstuk
"Programmaverloop wijzigen", para-
graaf "Trommel bijvullen of wasgoed
eruit halen".
00:00 h
in. Bevestig met