Zet de joystick in neutrale (centrale) positie vooraleer de aan/uit-knop in te drukken, anders
zal de elektronica blokkeren. Om deze blokkering op te heffen, schakelt u de besturing uit
en weer aan.
Technische bescherming
De besturing laat toe dat u alle rijonderdelen kan bedienen, alsook de motoren om uw
lichaamshouding aan te passen. Om uw eigen veiligheid te garanderen, en om te voorkomen dat
de rolstoel beschadigd raakt, worden alle bewegingen bewaakt door de elektronica. Dit kan leiden
tot een bewegingsvergrendeling, afname in snelheid of volledige stilstand. Raadpleeg de
handleiding van de besturing voor meer informatie.
Om onopzettelijke batterij-ontlading te voorkomen, is uw rolstoel voorzien van een automatisch
uitschakelsysteem. Dit systeem schakelt automatisch de besturing uit zodra deze even niet
gebruikt wordt. Als dit gebeurt, schakel dan gewoon de besturing weer aan.
3.4
Rem en vrijloophendel
VOORZICHTIG
• Bedien de vrijloophendel enkel wanneer de rolstoel UIT staat! Een begeleider moet de
vrijloophendel bedienen indien u een mobiliteitsbeperking heeft. Bedien de hendel NOOIT
vanuit zittende positie.
• Gebruik de vrijloopmodus nooit op hellingen, zie symbool op motor:
Zorg ervoor dat de vrijloophendel in rempositie staat VOORDAT u de rolstoel AAN zet.
Elektromagnetische remmen werken NIET als de rolstoel in vrijloopmodus staat. Dit wordt
aangegeven op de besturing. Rijden is niet mogelijk.
Uw rolstoel is uitgerust met elektromagnetische remmen. De werking van deze remmen hangt af
van de positie van de vrijloophendel (1).
De EM-remmen werken automatisch, enkel wanneer de vrijloophendel (1) in rempositie staat. In
dit geval zullen de remmen beginnen werken als:
• de rolstoel UIT staat;
• de rolstoel AAN staat en de joystick wordt losgelaten.
Wanneer u de joystick loslaat, stop de rolstoel stilaan en activeren de remmen.
De vrijloophendel bedienen:
• Draai de hendels naar het symbool voor
vrijloop om de rolstoel in vrijloopmodus te
zetten. De motor is nu losgekoppeld. De
rolstoel kan manueel verplaatst worden.
• Draai de hendels naar het symbool voor
rijden om de motor te koppelen aan de
aandrijving. Dit moet gebeuren vooraleer u
de rolstoel aanzet.
3.5
Transfer in/uit de rolstoel
VOORZICHTIG
• Als u de transfer niet op een veilige manier kan uitvoeren, vraag dan hulp.
• Ga niet op de voetplaat/voetplaten staan om in of uit de rolstoel te stappen.
Gevaar voor letsel of beschadiging
Gevaar voor letsel of beschadiging
9
Navix SU
2022-04
Uw rolstoel gebruiken
NL
1