Het type filter instellen
NORMAL (standaardinstelling)
De linkse en rechtse luidsprekers worden
NORMAL (L=R):
gelijkmatig aangepast.
INDIVIDUAL (L/R): De linkse en rechtse luidsprekers worden
individueel aangepast.
Media Xpander in- of uitschakelen
Wanneer de Media Xpander is ingeschakeld, kunt u het niveau van de
Media Xpander aanpassen (zie pagina 28).
MX OFF (standaardinstelling)
Het MX-niveau instellen
MX (MEDIAXPANDER) doet de zang of instrumenten helder
weerklinken ongeacht de muziekbron. De FM-radio, de cd, het usb-
geheugen en de iPod zullen in staat zijn de muziek duidelijk weer te
geven, zelfs in auto's met veel lawaai van buitenaf.
De bron wijzigen waarop u Media Xpander wilt
toepassen.
FM (MX-niveau 1 tot 3):
De midden- tot hoge frequenties worden duidelijker en een
goed gebalanceerd geluid wordt weergegeven op alle
frequenties.
CD (MX-niveau 1 tot 3):
De cd-modus verwerkt een grote hoeveelheid gegevens tijdens
het afspelen. MX maakt gebruik van deze grote hoeveelheid
gegevens om een duidelijkere, helderdere uitvoer voort te
brengen.
CMPM (MX-niveau 1 tot 3):
Dit corrigeert informatie die was verloren gegaan tijdens de
compressie. Dit brengt een goed gebalanceerd geluid voort dat
dicht aanleunt bij het origineel.
DVD (Video-CD)
(FILM MX niveau 1 tot 2):
De dialogen in een video worden helderder voortgebracht.
(DVD MUZIEK):
Een dvd of video-cd bevat een grote hoeveelheid gegevens
zoals een videoclip. MX gebruikt deze gegevens om het geluid
accuraat voort te brengen.
AUX (MX niveau 1):
Kies de MX-modus (CMPM, FILM of MUZIEK) die overeenstemt
met het aangesloten medium.
• Elke muziekbron, zoals FM-radio, cd en MP3/WMA/AAC, kunnen
een eigen MX-instelling hebben.
• Op cd's met zowel MP3/WMA/AAC- als CD-DA-gegevens, en dit
wanneer de bron wijzigt van "MP3/WMA/AAC naar CD-DA" of
"CD-DA naar MP3/WMA/AAC", kan het wijzigen van MX-modus het
afspelen licht vertragen.
• Instellen op EFFECT OFF zet de MX-modus van elke muziekbron op
OFF.
• Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer DEFEAT op ON
staat.
• Er is geen MX-modus voor MW- en LW-radio.
• Wanneer een audioprocessor met de MX-functie (PXA-H701, enz.) is
aangesloten, wordt de eigen MX-verwerking van de audioprocessor
op de muziekbron toegepast. Aangezien de de MX-instellingen van de
processor mogelijk niet overeenkomen met die van de hoofdeenheid,
moet de audioprocessor worden aangepast. Meer informatie kunt u
vinden in de gebruiksaanwijzing van de audioprocessor.
• "CMPM" wordt toegepast voor MP3/WMA/AAC en iPod.
28
-NL
INDIVIDUAL
MX ON
De EQ-modus instellen
Deze instelling laat u toe te kiezen tussen een 5-band parametrische of
een 7-band grafische equalizer.
PARAMETER EQ (standaardinstelling)
PEQ: 5-band parametrische EQ
GEQ: 7-band grafische EQ
De eenheid voor tijdcorrectie instellen
(T.CORR PARA)
U kunt de eenheid voor tijdcorrectie (cm of inch) wijzigen.
CM (standaardinstelling)
De verduisteringsmodus in- en
uitschakelen
Wanneer de verduisteringsmodus is ingeschakeld, zullen alle
schermaanduidingen uitschakelen om het stroomverbruik te
verminderen. Dit extra vermogen verhoogt de geluidskwaliteit.
B.OUT OFF (standaardinstelling)
• Wanneer de verduisteringsmodus op ON staat, zal het scherm van het
toestel na 5 seconden doven.
• Wanneer op een knop wordt gedrukt tijdens de verduisteringsmodus,
zal de functie gedurende 5 seconden de handeling weergeven en
daarna weer overschakelen naar de verduisteringsmodus.
Aanpassing van het geluidsveld
(SOUND ADJUST)
De instellingen PARAMETER EQ/GRAPHIC EQ, T.CORRECTION
en CROSSOVER kunnen in deze modus worden aangepast.
De parametrische equalizer-curve aanpassen
U kunt de equalizer-instellingen aanpassen om een responscurve te
creëren die meer aan uw persoonlijke smaak beantwoordt. Om de
parametrische equalizer-curve aan te passen, dient u de EQ MODE in te
stellen op PARAMETER EQ. Meer informatie kunt u vinden onder "De
EQ-modus instellen" (pagina 28).
1
Na PARAMETER EQ te hebben gekozen in de modus
SOUND ADJUST, drukt u op BAND/TA om de band
te selecteren die moet worden aangepast.
B 1
B 2
B 3
B 4
2
Druk op
of
om frequentiebanden te selecteren.
Aanpasbare frequentiebanden:
20 Hz tot 20 kHz (in stappen van 1/3 octaaf)
Band-1: 20 Hz~80 Hz (63 Hz)
Band-2: 50 Hz~200 Hz (150 Hz)
Band-3: 125 Hz~3,2 kHz (400 Hz)
Band-4: 315 Hz~8 kHz (1 kHz)
Band-5: 800 Hz~20 kHz (2,5 kHz)
GRAPHIC EQ
INCH
B.OUT ON
B 5
B 1