6
Plaats de telefoon en sluit deze aan
op de ISDN-aansluiting zoals
hiernaast wordt aangegeven.
Als u meer ISDN-telefoons hebt,
dienen deze te zijn aangepast aan
de gewenste functie – als primaire
of secundaire telefoon.
Per ISDN-aansluiting kunt u slechts
één primaire telefoon hebben. De
andere telefoons op dezelfde
aansluiting moeten secundaire
telefoons zijn.
De primaire telefoon werkt ook
tijdens stroomstoringen en kan
daarom worden gebruikt voor
noodoproepen. Secundaire
telefoons werken niet tijdens een
stroomstoring.
Nadat u de BeoCom 3 hebt
aangesloten, dient u uw eigen
telefoonnummers (MSN-nummers)
te koppelen aan de lijnen 1 en 2 en
de lijn in te stellen. Op die manier
kunt u optimaal gebruikmaken van
de opties van de telefoon en van
uw ISDN-diensten (zie pagina 25).
U mag niet zelf de tijd op de
telefoon instellen. De tijd en de
datum worden de eerste keer dat u
een uitgaande oproep uitvoert en
verbinding krijgt automatisch
ingesteld.
De BeoCom 3 ondersteunt het
gebruik van een koptelefoon en u
kunt naar keuze de telefoonhoorn,
de koptelefoon of de handsfree-
functie gebruiken.
Een koptelefoon is als accessoire
leverbaar.
De BeoCom 3 aansluiten
Opstelling
Plaats de telefoon niet in een vochtige,
stoffige of vuile omgeving en stel het
apparaat niet bloot aan vloeistoffen en
direct zonlicht.
Omgeving – Technische gegevens
– omgevingstemperatuur: 0° – 45° C
– relatieve luchtvochtigheid: 15% – 95%
– Terminal Equipment Equivalence Factor: 4
De BeoCom 3 instellen als primaire
of secundaire telefoon
De telefoon is vooraf ingesteld om te
functioneren als een primaire telefoon. U
hoeft deze instelling dus alleen maar te
veranderen als de telefoon moet fungeren
als een secundaire telefoon.
> Zet de modusschakelaar onder aan de
telefoon op ON voor een primaire telefoon en
op OFF voor een secundaire telefoon. Gebruik
hiervoor een scherp voorwerp, bijvoorbeeld
een kleine schroevendraaier.
> Breng het klepje op zijn plaats.
In het geval van een stroomstoring functioneert
alleen de primaire telefoon. Secundaire telefoons
kunnen tijdens een stroomstoring niet worden
gebruikt.
Aansluiting op de ISDN-
contactdoos
Om de telefoon te kunnen gebruiken, dient
deze te zijn aangesloten op een ISDN-
contactdoos.
> Sluit de telefoonstekker aan op de ISDN-
contactdoos (de NT1-box).
> Sluit de NT1-box aan op de contactdoos om
ervoor te zorgen dat de telefoon goed
functioneert.
Zie pagina 25 voor het instellen van de lijn en
het kiezen van uw individuele telefoonnummers
voor de lijnen 1 en 2.
Plaats de hoorn in de houder zoals u dat het
beste uitkomt. U kunt de hoorn ronddraaien
in de houder.
OFF
ON
OFF
ON
ISDN
(NT1)