9.1.3
Monteren
Controleer bij het monteren de diverse afdichtingen op
beschadigingen, verharding, (haar)scheuren en/of verkleuringen.
Plaats waar nodig een nieuwe afdichting. Controleer tevens de
juiste positionering.
Het niet of onjuist monteren van de sensoren S1 en/of S2 kan leiden
tot ernstige schade.
1.
Controleer of de afdichting rondom het voordeksel goed geplaatst is. Plaats het
voordeksel op de warmtewisselaar en bevestig dit met de inbusbouten met
tandveerringen. Draai de inbusbouten gelijkmatig kruislings handvast aan. Zie
voor de volgorde aandraaien de afbeelding.
2.
Draai de vier branderboutjes gelijkmatig kruislings handvast aan.
3.
Monteer de gaskoppeling onder het gasblok.
4.
Monteer de connector op de ventilator en de ontsteekunit op het gasblok.
5.
Monteer de condensafvoerbak door deze met de sifon aansluiting nog voor de
onderbak, op de afvoerstomp van de wisselaar te schuiven (1). Draai de
condensafvoerbak daarna naar links (2) en druk deze naar beneden in de sifon
aansluiting (3). Let er op dat daarbij de achterzijde van de condensafvoerbak op
de nok achterin de onderbak (A) komt te rusten.
6.
Vul de sifon met water en monteer deze op de aansluiting onder de
condensafvoerbak.
7.
Schuif de rookgaskoker naar links draaiend met de bovenkant om de
rookgasadapter in het bovendeksel. Let op: bij een overdruk CLV-systeem
dient de tijdens onderhoud geplaatste afdichting eerst te worden verwijderd
voordat de rookgaskoker geplaatst kan worden. Steek de onderkant in de
condensafvoerbak, sleep de afdichtring naar beneden en draai de wartelmoer
rechtsom vast.
8.
Open de gaskraan en controleer de gaskoppelingen onder het gasblok en op de
montagebeugel op lekkage.
9.
Controleer de CV- en de waterleidingen op lekkage.
10. Stop de steker in de wandcontactdoos.
11. Stel het toestel in bedrijf met de
12. Controleer het voordeksel, de verbinding van de ventilator op het voordeksel en
de rookgasafvoer onderdelen op lekkage.
13. Controleer de gas-luchtregeling (zie § 7.8 en § 7.10 ) en controleer de
gaskoppeling op het gasblok op dichtheid.
14. Monteer de mantel en draai de twee schroeven links en rechts naast de display
vast, sluit de displayklep.
15. Controleer de verwarming en de warmwatervoorziening op een goede werking.
Intergas Verwarming BV
toets.
51