5.6.2
Tweepijps aansluiting
Monteer de pijpen voor de luchttoevoer en verbrandingsgasafvoer in de toevoer- en
afvoer van het toestel. De ingebouwde afdichtringen zorgen voor een luchtdichte
aansluiting. De leidingen voor verbrandingsgassen en luchttoevoer hebben een
diameter van Ø80 mm. Neem voor andere diameters contact op met de fabrikant.
5.6.3
Ombouw naar concentrische aansluiting
Met de concentrische adapterset kan de standaard tweepijps aansluiting gewijzigd
worden in een concentrische aansluiting (Ø80/125 of Ø60/100).
1.
Sluit de open luchttoevoeraansluiting in het toestel af met de bij de set geleverde
afsluitdop.
2.
Verwijder de rookgasafvoer adapter uit de bovenkant van het toestel door deze
linksom te draaien.
3.
Verwijder de o-ring van de flens van de adapter en monteer deze om de flens
van de concentrische adapter.
4.
Plaats de concentrische adapter in de bovenkant van het toestel en draai deze
rechtsom zodat de meetnippel recht naar voren staat.
5.
Monteer de concentrische pijp voor de luchttoevoer en verbrandingsgasafvoer in
de adapter. De ingebouwde afdichtringen zorgen voor een luchtdichte
aansluiting.
5.7
Rookgasafvoer en luchttoevoer
Voor de installatie van het rookgasafvoer- en
luchttoevoermateriaal wordt verwezen naar de ingesloten
basishandleiding of neem contact op met de fabrikant van het
betreffende rookgasafvoer- en luchttoevoermateriaal voor
uitgebreide technische informatie en specifieke
montagevoorschriften.
Zorg ervoor dat de mofverbindingen van de rookgasafvoer en
luchttoevoermaterialen goed afsluiten en niet kunnen
losraken. Het niet goed bevestigen van de rookgasafvoer en de
luchttoevoer kan tot gevaarlijke situaties leiden of lichamelijk
letsel tot gevolg hebben. Controleer alle rookgas- en
luchtvoerende delen op dichtheid.
5.7.1
Doortocht, materialen en isolatie
Leiding
Diameter
Luchttoevoer
Ø80 mm
Verbrandings-
Ø80 mm
gasafvoer
Intergas Verwarming BV
Materiaal
Volgens de plaatselijke voorschriften van
brandweer.
Spiralobuis, enkelwandig aluminium, verzinkt
plaatstaal, roestvast staal of kunststof.
Eventueel geïsoleerd met 10 mm dampdicht
isolatiemateriaal of kunststof bij kans op
condensatie aan de buitenzijde door een lage
wandtemperatuur en een hoge
ruimtetemperatuur met een hoge relatieve
vochtigheid.
Volgens tabel 4 van NPR 3378-42:2001
23