Waterontharder
Voor goede resultaten heeft de vaat-
wasser zacht (kalkarm) water nodig.
Hard water veroorzaakt witte aanslag
op servies en op de wanden van de
spoelruimte.
Water met een hardheid van meer dan
5 °dH moet daarom onthard worden.
Dat gebeurt automatisch in de inge-
bouwde waterontharder. De ontharder
is geschikt voor een waterhardheid tot
70 °dH.
De ontharder heeft regenereerzout no-
dig voor het regenereren.
Bij gebruik van combitabs moet u al
naargelang de waterhardheid (< 21 °dH)
geen regenereerzout doseren (zie het
hoofdstuk "Reinigingsmiddelen", para-
graaf "Soorten reinigingsmiddelen").
- Stel de vaatwasser nauwkeurig in op
de waterhardheid in uw woning.
- Het plaatselijke waterleidingbedrijf
kan u informeren over de precieze
hardheid van het water op uw locatie.
- Stel bij een schommelende water-
hardheid (bijv. 10–15 °dH) altijd de
hoogste waarde in (in dit voorbeeld
15 °dH).
Eerste ingebruikneming
Wanneer de waterhardheid in uw wo-
ning is opgegeven in een andere een-
heid dan °dH, dan kunt u de waarden
als volgt omrekenen:
1 °dH = 0,18 mmol/l = 1,78 °fH
Standaard is een waterhardheid van
14 °dH geprogrammeerd.
Als deze waterhardheid overeenkomt
met de hardheid van het water bij u
thuis, kunt u de rest van dit hoofdstuk
overslaan.
Wanneer het water bij u thuis echter
een andere hardheid heeft, moet u de
waterontharder daarop instellen.
23