CONFIGURATIE VAN DE VERDIEPINGEN, ENCODER
De confi guratie van de verschillende verdiepingen wordt geactiveerd wanneer "SELECT INPUT FORMAT"
tijdens programmering - stap 2 wordt geselecteerd als "PULSE".
Nadat de standaardmodus (dus niet de programmeermodus) is geactiveerd:
•
Houd de knop "DN" gedurende meer dan 3 seconden ingedrukt.
Het bericht "SETUP PULSE" schuift van rechts naar links over het (display)scherm. Het installatiemenu blijft
30 seconden actief. Daarna keert de verdiepingsdisplay terug in de standaardmodus.
•
Druk kort (max. 0,5 seconden) gelijktijdig op "UP" en "DN".
Het bericht "DRIVE TO BOTTOM FLOOR" schuift van rechts naar links over het (display)scherm.
•
Breng de cabine tot stilstand op de onderste verdieping. (U heeft hier 55 seconden de tijd voor)
•
Druk kort (max. 0,5 seconden) gelijktijdig op "UP" en "DN".
De verdiepingsdisplay wist alle eerder geregistreerde stopplaatsen en slaat de nieuwe waarde op. De ver-
diepingsaanduiding verschijnt, gevolgd door een richtingspijl omhoog.
•
Breng de cabine tot stilstand op de volgende verdieping. (U heeft hier 55 seconden de tijd voor)
•
Druk kort (max. 0,5 seconden) gelijktijdig op "UP" en "DN".
De verdiepingsdisplay wist alle eerder geregistreerde stopplaatsen en slaat de nieuwe waarde op. De ver-
diepingsaanduiding verschijnt, gevolgd door een richtingspijl omhoog. (zie FOUTMELDING)
•
Herhaal de procedure voor de resterende verdiepingen.
Nadat de bovenste verdieping is opgeslagen:
•
Houd de knop "UP" gedurende meer dan 3 seconden ingedrukt.
De confi guratie van de verdiepingen is nu voltooid. De display toont de verdieping/het symbool die/dat
correspondeert met de invoerstatus.
DUTCH V. 1,06
01.2010
19
© 2009 SafeLine and all the SafeLine products and accessories are copyrighted by law.