2.5 Toepassing
Stel na het selecteren van de applicatie de gewenste functie in voor deze applicatie.
a. Klik op '+' rechtsboven de toepassingsbalk om de interface voor het selecteren van de
toepassing te openen.
b. Selecteer de toepassing die moet worden toegevoegd uit het actieve programma of klik op de
knop 'Bladeren' om geï nstalleerde software toe te voegen. Nadat de toepassing is
geselecteerd, wordt het pad van de geselecteerde toepassing onderaan weergegeven.
c. Klik op de 'OK'-toets onder de interface om de zojuist geselecteerde toepassing aan de
toepassingsbalk toe te voegen.