2.2.1 Ingang
De controle-organen die aangesloten zijn op de ingangen (druktoetsschakelaar, schakelaar, automatisme) maken het bedienen
mogelijk van verlichting, luiken, stores, verwarming en scènes.
De hoofdfuncties zijn als volgt:
■
Druktoetsschakelaar
De Druktoetsschakelaar functie bestaat uit het omkeren van de status van de uitgang na elke druk.
■
AAN/UIT
De AAN/UIT functie makat het mogelijk een verlichtingscircuit, een rolluiken- of verwarmingscircuit aan of uit te schakelen. De
controle kan uitgaan van schakelaars, drukkknoppen of automatismes.
■
Timer
De Timerfunctie maakt het mogelijk een verlichtingscircuit, rolluiken-, verwarmingscircuit aan of uit te schakelen gedurende een
afstelbare tijd. Met een korte druk op de drukknop kan de timer opnieuw gestart worden. De timer kan onderbroken worden voor
het einde van de tijdinstelling door lang te drukken. Een uitschakel voorwaarschuwing geeft het einde van de tijdsinstelling aan
door inversie van de uitgangstaat gedurende 1 s.
■
Rolluiken/lamellen
Met deze functie kan een rolluik of store vanaf de 2 drukknoppen worden bediend. Het commando Omhoog/Omlaag (object
Omhoog/Omlaag) wordt gegeven door lang op de knop te drukken. De Stop/Lamelverstelling functie geeft het object
Lamelverstelling/Stop af (kort drukken).
■
Dimmen
Met deze functie kan het licht gevarieerd worden via een of twee ingangscontacten. De AAN/UIT functie geeft het object AAN/
UIT af (kort drukken). De Dimmerfunctie geeft het object Dimmer af (lang drukken).
■
Verwarming
Met deze functie kan een instelwaarde gekozen worden (Auto, Comfort, Economie, Beperkt, Anti-bevriezing) van de verwarming
of de airconditioning. Hiermee kunnen afwijkingen op de instelwaarde worden afgegeven om de temperatuur te verhogen of
verlagen. De controle kan uitgaan van schakelaars, drukkknoppen of automatismes.
■
Prioriteit
Met de Prioriteit functie kan een ingang in een definitieve status geforceerd worden. De werking van de Prioriteit hangt af van het
type gecontroleerde applicatie: Verlichting AAN/UIT, Rolluik, Verwarming.
■
Scene
Met deze functie kunnen scènes gekozen of opgenomen worden. Dit heeft betrekking op verschillende types uitgangen
(verlichting, store, rolluik, verwarming) voor het creëren van sferen of scenarios (scenario verlaten, leessfeer, etc.).
■
Alarmen
De functies wind-, regen- en vorstalarm maken het mogelijk cyclisch alarmen af te geven op de bus die afkomstig zijn van
automatismen (windmeter, regendetector, schemerschakelaar, etc.).
■
Automatisme
De Automatiscmefunctie maakt eht mogelijk een uitgang parallel aan de standaardcontrole te controleren. Er wordt een extra
controle-object (Automatisme deactivering) gebruikt voor het activeren of deactiveren van het automatisme.
■
Lastafschakeling
Met de functie Ontlasting kunt u een uitgang naar OFF forceren. De ontlasting worst geactiveerd via object (en) van 1 bit formaat.
Aan het einde van het ontlasten, gaat de uitgang over in de theoretische status zonder Ontlasten (Opslaan).
■
Venster contact
De functie Sponningcontact maakt het mogelijk opening/sluiting informatie van het venster naar de bus KNX te sturen.
TRM691E
10
6LE001927B