Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Defecten en storingen

Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de netstekker op
beschadigingen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
• Controleer of het condensreservoir goed is geplaatst.
• Controleer het vulpeil van het condensreservoir, maak het
indien nodig leeg. De LED Water Full (9) mag niet gaan
branden.
• Controleer de ruimtetemperatuur. Houd rekening met het
toegestane werkbereik van het apparaat volgens de
technische gegevens.
Het apparaat werkt, maar er is geen condensvorming:
• Controleer de vlotter in het condensreservoir op
vervuilingen. Indien nodig het condensreservoir reinigen.
De vlotter moet soepel bewegen.
• Controleer de ruimtetemperatuur. Houd rekening met het
toegestane werkbereik van het apparaat volgens de
technische gegevens.
• Controleer of de relatieve ruimteluchtvochtigheid
overeenkomt met de technische gegevens.
• Controleer de vooringestelde gewenste
ruimteluchtvochtigheid. De relatieve
ruimteluchtvochtigheid in de opstelruimte moet boven het
gekozen bereik liggen. Verlaag evt. de vooringestelde,
gewenste ruimteluchtvochtigheid.
• Controleer het luchtfilter op vervuilingen. Het luchtfilter
indien nodig reinigen, resp. vervangen.
• Controleer de condensor uitwendig op vervuilingen (zie
hoofdstuk onderhoud). Laat een vervuilde condensor
reinigen door een gespecialiseerd bedrijf of door Trotec.
• Het apparaat kan net een automatische ontdooiing
uitvoeren. Tijdens automatische ontdooiing vindt geen
ontvochtiging plaats.
Het apparaat maakt herrie, resp. trilt:
• Controleer of het apparaat rechtop en stabiel staat.
Condenslekkage:
• Controleer het apparaat op lekkages.
12
De compressor start niet:
• Controleer de ruimtetemperatuur. Houd rekening met het
toegestane werkbereik van het apparaat volgens de
technische gegevens.
• Controleer of de relatieve ruimteluchtvochtigheid
overeenkomt met de technische gegevens.
• Controleer de vooringestelde gewenste
ruimteluchtvochtigheid. De relatieve
ruimteluchtvochtigheid in de opstelruimte moet boven het
gekozen bereik liggen. Verlaag evt. de vooringestelde,
gewenste ruimteluchtvochtigheid.
• Controleer of de oververhittingsbeveiliging van de
compressor is geactiveerd. Scheid het apparaat van het
stroomnet en laat het ca. 10 minuten afkoelen, voor het
weer aansluiten hiervan op het stroomnet.
• Het apparaat kan op dat moment evt. een automatische
ontdooiing uitvoeren. Tijdens een automatisch ontdooiing
vindt geen ontvochtiging plaats.
Het apparaat wordt zeer heet, maakt herrie, resp. verliest
capaciteit:
• Controleer de luchtinlaten en het luchtfilter op vervuilingen.
Verwijder uitwendige vervuilingen.
• Controleer het apparaat uitwendig op vervuilingen (zie
hoofdstuk onderhoud). Laat een inwendig vervuild
apparaat reinigen door een gespecialiseerd bedrijf op het
gebied van koel- en koudetechniek of door Trotec.
Let op
Wacht na alle onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden minimaal 3 minuten. Schakel
het apparaat daarna weer in.
Werkt het apparaat na deze controles nog niet
probleemloos:
Neem contact op met de klantenservice. Breng het apparaat
indien nodig voor reparatie naar een gespecialiseerd bedrijf op
het gebied van koel- en koudetechniek of naar Trotec.
luchtontvochtiger TTK 67 E / TTK 68 E / TTK 73 E
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ttk 68 eTtk 73 e

Inhoudsopgave