4. De slangadapter rechtsom op de aansluiting schroeven.
5. Een uiteinde van de slang op de slangadapter schuiven.
6. Het andere uiteinde van de slang naar een geschikte
afvoer (bijv. afvoerputje of een voldoende groot
opvangreservoir) leiden. Zorg dat de slang niet wordt
geknikt.
Automatisch ontdooien
Bij lage omgevingstemperaturen, kan de verdamper tijdens het
ontvochtigen bevriezen. Het apparaat voert dan een
automatische ontdooiing uit.
Tijdens de ontdooifase wordt de ontvochtiging kort onderbroken.
De ventilator blijft draaien.
De duur van het ontdooien kan variëren. Schakel het apparaat
tijdens het automatisch ontdooien niet uit. De netstekker niet
uit het stopcontact trekken.
NL
Wasdroging
Het apparaat kan daarnaast ook als ruimtelucht-wasdroger voor
ondersteuning van de droging van nat wasgoed in woon- of
werkruimten worden gebruikt.
Bij de positionering van het apparaat of een wasrek graag
rekening houden met de minimale afstanden volgens de
technische gegevens.
Voor wasdroging worden de volgende luchtvochtigheidswaarden
aanbevolen:
• Kastdroog = 46% relatieve luchtvochtigheid
• Strijkdroog = 58% relatieve luchtvochtigheid
• Voorgedroogd = 65 % relatieve luchtvochtigheid
Brandt de LED Dry (12), schakelt het apparaat automatisch naar
de wasdroogmodus. Na de droging van de kleding wordt de
ruimteluchtvochtigheid gehandhaafd.
Bij een geactiveerde wasdroogfunctie kunnen ventilatorsnelheid
en ruimteluchtvochtigheid niet handmatig worden ingesteld.
De instellingen van de relatieve luchtvochtigheid op het
apparaat aanpassen (bijv. 60 % relatieve luchtvochtigheid voor
strijkdroog wasgoed). Gebruik indien nodig een meetapparaat
voor het meten van de luchtvochtigheid.
Ga als volgt te werk, voor het handmatig instellen van de
wasdroogfunctie:
1. Druk herhaaldelijk op de toets Mode (20), tot de LED
bedrijfsmodus Dry (12) brandt.
ð De wasdroogfunctie is ingesteld.
Buiten gebruik stellen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
• Schakel het apparaat uit.
• De netstekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
door de stekker vast te pakken.
• Verwijder indien nodig de condensafvoerslang en de hierin
aanwezige restvloeistof.
• Indien nodig het condensreservoir legen.
• Reinig het apparaat volgens het hoofdstuk onderhoud.
• Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk transport en
opslag.
luchtontvochtiger TTK 67 E / TTK 68 E / TTK 73 E
11