Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nibe F1345 Bedieningshandleiding pagina 36

Inhoudsopgave

Advertenties

Menu 5.1.14 - aanvinst. klim.systeem
voorinstell
Instelbereik: radiator, vloerverw., rad. + vloerverw.,
DOT °C
Standaardwaarde: radiator
Instelbereik DOT: -40,0 – 20,0 °C
De fabrieksinstelling van de DOT-waarde is afhankelijk
van het land dat is aangegeven voor de locatie van
het product. Het voorbeeld hieronder heeft betrek-
king op Zweden.
Fabrieksinstelling DOT: -10,0 °C
eigen inst.
Instelbereik dT bij DOT: 0,0 – 25,0
Fabrieksinstelling dT bij DOT: 15,0
Instelbereik DOT: -40,0 – 20,0 °C
Fabrieksinstelling DOT: -10,0 °C
Hier wordt het type warmteverdeelsysteem waar de cir-
culatiepomp (GP1) van het verwarmingssysteem naartoe
werkt, ingesteld.
dT bij DOT is het verschil in graden tussen aanvoer- en
retourtemperaturen bij de gemeten buitentemperatuur.
Menu 5.1.22 - heat pump testing
Voorzichtig!
Dit menu is bedoeld voor het testen van de
F1345 volgens verschillende standaarden.
Gebruik van dit menu voor andere doeleinden
kan ertoe leiden dat uw installatie niet correct
functioneert.
Dit menu bevat diverse submenu's, één voor iedere
standaard.
Menu 5.2 - systeeminstellingen
Hier verricht u verschillende systeeminstellingen voor de
warmtepomp, bijv. master/slave-instellingen, aansluitin-
stellingen en welke accessoires er zijn geïnstalleerd.
Hier verricht u verschillende systeeminstellingen voor
uw installatie, bijv. activeren van aangesloten slaves en
welke accessoires er zijn geïnstalleerd.
Menu 5.2.1 - master/slave-stand
Instelbereik: master, slave 1-8
Standaardwaarde: master
Stel de warmtepomp in als master- of slave-eenheid. In
systemen met één warmtepomp moet hij "master" zijn.
Dit menu wordt ook ingesteld in het beperkte menusys-
teem van de slave-warmtepomp.
36
Hoofdstuk 3 |
Regeling - Menu's
LET OP!
In systemen met meerdere warmtepompen
moet iedere pomp een unieke naam hebben.
Dat wil zeggen dat slechts één warmtepomp
"master" kan zijn en slechts één bijvoorbeeld
"slave 5".
Menu 5.2.2 - geïnstalleerde slaves
Stel in welke slaves er zijn aangesloten op de master-
warmtepomp.
Als een slave is aangesloten op de masterinstallatie, stelt
u dat hier in.
Er zijn twee manieren waarop aangesloten slaves geac-
tiveerd kunnen worden. U kunt het alternatief markeren
in de lijst of gebruik maken van de automatische functie
"geïnstalleerde slaves zoeken".
geïnstalleerde slaves zoeken
Markeer "geïnstalleerde slaves zoeken" en druk op de
OK-toets om automatisch aangesloten slaves voor de
master-warmtepomp te vinden.
Voorzichtig!
Voordat deze instellingen worden verricht moet
elke slave een unieke naam hebben gekregen
(zie menu 5.2.1).
Menu 5.2.3 - koppeling
Voer in hoe uw systeem is aangesloten m.b.t. leidingen,
bijvoorbeeld op zwembadverwarming, verwarming van
warmtapwater en het gebouw.
TIP
Kijk voor voorbeelden van koppelingsmogelijk-
heden op www.nibenl.nl.
Dit menu heeft een koppelingsgeheugen, wat betekent
dat het regelsysteem onthoudt hoe een specifieke wis-
selklep gekoppeld is en automatisch de juiste koppeling
kiest bij de volgende keer dat dezelfde wisselklep wordt
gebruikt.
Master/slave
master
s1
s2 s3 s4 s5 s6 s7 s8
Compressor
Werkruimte voor koppeling
koppeling5.2.3
Markeerframe
NIBE F1345

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave