Om schade aan de gezondheid te voorkomen, wordt het gebruik van het apparaat in
de volgende gevallen ten zeerste afgeraden
• Gebruik het apparaat niet wanneer u een pacemaker of een ander implantaat,
zoals een insulinepomp of een geïmplanteerde defibrillator, hebt.
• Gebruik het apparaat niet bij personen met diepe veneuze trombose.
• Gebruik het apparaat niet bij personen met arteriële of veneuze trombose of
tromboflebitis. Er bestaat een restrisico dat de elektrische stimulatie van bloedvaten
op of langs bloedstolsels een embolie tot gevolg kan hebben. Gebruik het apparaat
daarom niet bij personen met trombose, ook niet als het een aandoening van meerdere
jaren geleden betreft.
• Gebruik het apparaat niet bij personen met metalen implantaten.
• Gebruik het apparaat niet bij personen met een insulinepomp.
• Gebruik het apparaat niet bij hoge koorts (bijv. > 39 °C).
• Gebruik het apparaat niet bij chronische of acute hartritmestoornissen en andere ritme-
en geleidingsstoornissen van het hart.
• Gebruik het apparaat niet bij toevallen (bijv. epilepsie).
• Gebruik het apparaat niet als u zwanger bent.
• Gebruik het apparaat niet bij kanker.
• Gebruik het apparaat niet bij of op kankerachtige wonden.
• Gebruik het apparaat niet op gebroken botten om ongewenste bewegingen te voor-
komen.
• Gebruik het apparaat niet na operaties waarbij versterkte spiersamentrekkingen het
genezingsproces kunnen verstoren.
• Gebruik het apparaat niet op acuut of chronisch aangedane, verwonde of ontstoken
huid (bijvoorbeeld bij pijnlijke en pijnloze ontstekingen, rode plekken, huiduitslag, ader-
ontstekingen, arteriële trombose, veneuze trombose, tromboflebitis, spataderen, aller-
gieën, brandwonden, kneuzingen, zwellingen, genezende wonden en littekenweefsel
na operaties). Gebruik het apparaat uitsluitend op een gezonde en gereinigde huid.
• Gebruik het apparaat niet op weefsel dat neigt te bloeden.
• Plaats de elektroden niet op de ogen of in lichaamsopeningen.
• Gebruik het apparaat niet in omgevingen met een hoge luchtvochtigheid, zoals in
badkamers of tijdens het nemen van een bad of tijdens het douchen.
• Gebruik het apparaat niet na het consumeren van alcohol.
• Gebruik het apparaat niet wanneer u bent aangesloten op een chirurgisch apparaat
met hoge frequentie.
• Gebruik het apparaat niet bij acute of chronische aandoeningen aan het maag-darm-
stelsel.
• Gebruik het apparaat niet in de buurt van elektronische bewakingsapparatuur (zoals
hartmonitoren of elektrocardiogrammen).
• Gebruik het apparaat niet in de buurt van apparaten die onbeschermd elektromagne-
tische energie afgeven.
• Gebruik het apparaat niet in de buurt van het hart. Hier kan het apparaat het risico op
hartkamerfibrilleren verhogen en een hartstilstand veroorzaken.
:
5