4.5 Kanalen en slangen
Bij het installeren van kanalen tussen de luchtontvochtiger en de toevoer- en afvoeraansluitingen moeten de
volgende aanbevelingen in acht worden genomen:
De kanaallengte moet zo kort mogelijk worden gehouden om statische drukverliezen tot een minimum
■
te beperken.
Voor optimale prestaties moeten alle kanaal- en slangverbindingen lucht- en dampdicht zijn.
■
De totale weerstand in de kanalen mag niet hoger zijn dan het nominale vermogen van de ventilatoren
■
van de luchtontvochtiger
OPMERKING!
De maximale lengte van de procesluchtslang is 25 meter.
4.6 Sluit de afvoerslang aan.
Bij het aansluiten van de afvoerslang op de ontvochtiger moet u controleren dat de opvoerhoogte maximaal
3 meter bedraagt en dat het uiteinde van de slang zich altijd boven het opgevangen water bevindt, zie
Figuur 4.4 .
Figuur 4.3 Afvoerslangaansluitingen
8
Figuur 4.4 Maximale verticale pompafstand M170L
Installatie
ComDry M170L
Com Dr y M 170L
190TNL-1091-D1404