Stap 6
Stel voor beide ventilatoren de gewenste toestelcapaciteit in met de DIP-switches
voor stand 1, 2 en 3. Bij het inregelen van de zones wordt de hoogste stand (3)
gebruikt. Zie hoofdstuk 6.2
TIP: Gebruik de Orcon rekentool Zonesturing om de benodigde toestelcapaciteit te bepalen.
Stap 7
Start de HRC opnieuw op.
Stap 8
Bepaal hoe de lucht verdeeld moet worden over beide zones en stel dit in op de
printplaat van de SmartZone 15RF. Zie hiervoor hoofdstuk 6.3
Stap 9
Regel de toevoerventielen voor beide zones afzonderlijk in. Zie hiervoor de
beschrijving in hoofdstuk 6.4
Stap 10
Regel gelijktijdig de afvoer ventielen in van beide zones. Hierbij dienen beide zones
geopend te zijn. Zorg ervoor dat er voldoende overstroom voorzieningen aanwezig
zijn. Zie hiervoor Hoofdstuk 6.4
6.2 Toestelcapaciteit instellen
De SmartZone 15RF zoneregeling verdeeld de beschikbare luchthoeveelheid over 2
zones. Dit gebeurt op basis van de actuele ventilatievraag in beide zones.
70% capaciteit (standaard actief)
Door toevoeging van de SmartZone 15RF kan de ventilatiecapaciteit van de HRC
verdeeld worden over de woon- en slaapzone. De totale capaciteit van de HRC kan
hierdoor beperkt worden tot 70% van de optelsom van alle verblijfsgebieden.
Deze regeling is standaard geactiveerd op de SmartZone 15RF zoneregeling.
Hierbij dient de toestelcapaciteit van de HRC ingesteld te worden op 70% van de
totaal berekende capaciteit van beide zones. Wanneer er ventilatie vraag is in een
specifieke zone, zorgt de SmartZone 15RF zoneregeling ervoor dat deze zone wel
volledig wordt geventileerd.
Let op: De 70% regeling is alleen van toepassing voor het toevoerdebiet. Indien het
benodigde afvoerdebiet groter is dan 70% van het benodigde toevoerdebiet, dan dient
deze regeling gedeactiveerd te worden.
1
Bron: Bouwbesluit 2012 Artikel 3.29 Lid 5.
1
15