Onderhoud
Toegang tot het menu Installateur
Het menu Installateur bevat alle opties die nodig zijn om het systeem te confi gureren. Voor meer informatie over alle opties van
het menu Installateur raadpleegt u de programmeringshandleiding.
Om toegang te krijgen tot het menu Installateur:
Voer de installateurscode in (standaard 001961) in met het alfanumerieke toetsenbord en druk op de pijl omlaag.
Activering van de stapsgewijze installatieprocedure
Om de stapsgewijze installatieprocedure te activeren:
1. Voer de installateurscode in (standaard 001961) in met het alfanumerieke toetsenbord en druk op de pijl omlaag.
2. Open het menu door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
Uitvoering van een doorlooptest (test van de zones)
Deze test wordt gebruikt om de detectieprestaties van de zones binnen het systeem te testen. Als het systeem in de modus
Doorlooptest staat, kan de installateur alle zones achtereenvolgens activeren, het systeem laat na elke activering een
geluidssignaal horen. Het display laat zien hoeveel zones van het totale aantal zones er aan de test zijn onderworpen en er
wordt een bevestigingsbericht in het display getoond wanneer de test in alle zones is uitgevoerd. De zones die aan de test
moeten worden onderworpen, worden gedefi nieerd in het menu Installateur. De zones die een zwak RF-signaal vertonen
worden vermeld als ontbrekende zones met de melding "LOW!" naast het veld ID.
1. Voer de gebruikerscode in (default 111111) met het alfanumerieke toetsenbord en druk op het pijltje dat omlaag is gericht.
2. Ga naar het menu "Alarm" door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
3. Ga naar het menu "Test" en open het door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
4. Selecteer het menu "Doorlooptest".
5. Start de test door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
6. Activeer de zones een voor een om ze aan de test te onderwerpen.
»
Bij iedere detectie van een geldige detector laat de centrale een geluidssignaal horen.
»
Het display toont het aantal zones dat aan de test is onderworpen. Wanneer alle zones getest zijn, verschijnt het bericht
"......".
RSSI-test
De RSSI-test (indicatie van de sterkte van het ontvangen signaal) wordt gebruikt om de RF-signaalsterkte te testen voor alle
geïnstalleerde zones en uitgangen.
1. Voer de gebruikerscode in (default 111111) met het alfanumerieke toetsenbord en druk op het pijltje dat omlaag is gericht.
2. Ga naar het menu "Alarm" door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
3. Ga naar het menu "Test" en open het door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
4. Ga naar het menu "RSSI-test" en open het door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
5. Gebruik de pijlen omhoog en omlaag van de navigatietoetsen om door de geïnstalleerde zones te bladeren.
»
Het display toont de sterkte van het laatste signaal als een percentage.
Een toestel zoeken
Dit menu wordt gebruikt om een afzonderlijke opdracht "Vind" op de geregistreerde RF-toestellen ui te voeren, waarbij de leds
van de toestellen worden ingeschakeld om ze te herkennen. Nadat een toestel gevonden is, beginnen de leds van het toestel
te knipperen en wordt het bericht "Gevonden!" weergegeven.
Om een toestel te vinden:
1. Voer de installateurscode in (standaard 001961) in met het alfanumerieke toetsenbord en druk op de pijl omlaag.
2. Ga naar het menu "Onderhoud" met de navigatietoetsen en ga naar het menu door op de toets Enter/Bevestigen te
drukken.
3. Ga naar het menu Vind RF-toestel met de navigatietoetsen en ga naar het menu door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
4. Ga naar het te zoeken toesteltype met de navigatietoetsen en ga naar het menu door op de toets Enter/Bevestigen te
drukken.
•
Vind RF zones
Gebruikt om de te zoeken RF-zones te selecteren.
•
Vind RF uitg
Gebruikt om de te zoeken RF-uitgangen of -sirenes te selecteren.
5. Ga naar de te zoeken zone/uitgang met behulp van de navigatietoetsen en druk op Enter om de opdracht "Vind" uit te
voeren.
14