RF-zones toevoegen?
De zesde fase van de stapsgewijze installatie wordt gebruikt om de RF-detectoren te registreren
1. Open het menu door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
2. Kies de te registreren zone met behulp van de navigatietoetsen en bevestig door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
»
Als de zone is toegewezen aan een toestel, is het menu "1:Bewerken 2:Verwijderen" beschikbaar.
»
Als de zone vrij is, verschijnt de tekst "Registreer?". Wanneer wordt bevestigd, wacht de centrale op een acquisitiesignaal
van de toestellen; zie de handleiding van het toestel voor de juiste procedure.
»
Indien het toestel correct werd geregistreerd, toont de centrale het bericht "Geregistreerd!", zo niet het
bericht"Opnieuw?".
3. Voer de naam van het toestel in met behulp van het alfanumerieke toetsenbord en bevestig door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
4. Wijs een zonetype toe met behulp van de navigatietoetsen en bevestig door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
•
Alarm: Dit zonetype veroorzaak een inbraakalarm indien hij wordt geactiveerd wanneer het systeem/de partitie is ingeschakeld.
•
Ingang/uitgang: De zone kan worden geactiveerd gedurende de uitgangsvertraging zonder een "Fout bij insch" te
veroorzaken. Na inschakeling van het systeem/de partitie, wordt bij de activering van de zone de timer "Vertraging van
ingang 1" gestart. Dit zonetype kan alleen een alarm activeren wanneer de uitgangstijd is verstreken.
•
Toegang: Dit zonetype biedt de gebruiker de mogelijkheid om de detector te activeren zonder een "Fout bij insch" te
veroorzaken gedurende de uitgangstijd of een inbraakalarm gedurende de ingangstijd; de zone zal echter een onmiddellijk
inbraakalarm genereren als de activering op een willekeurig ander moment plaatsvindt.
5. Kies de partitie waaraan de zone zal worden toegewezen met behulp van de navigatietoetsen en bevestig door op de toets
Enter/Bevestigen te drukken.
6. Kies de partitie (P1, P2 of P1 + P2) waaraan de zone moet worden toegewezen met behulp van de navigatietoetsen 4en
bevestig door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
7. Selecteer de volgende fase met behulp van de navigatietoetsen en bevestig door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
•
Toevoegen van meer zones: Als dit wordt gekozen, start het systeem de acquisitieprocedure opnieuw voor een andere RF-zone.
•
Volgende fase van de stapsgewijze procedure: Indien geselecteerd, gaat het systeem door naar de volgende fase van
de stapsgewijze installatie.
Voef RF Afs Bed?
De achtste fase van de stapsgewijze installatie wordt gebruikt om de afstandsbedieningen te registreren
1. Open het menu door op de toets "Enter/Bevestigen" te drukken.
2. Kies de te registeren afstandsbediening met behulp van de navigatietoetsen en bevestig door op de toets "Enter/Bevestigen"
te drukken.
»
Als de geselecteerde sectie al toegewezen is aan een afstandsbediening, is het menu "1:Bijwerken 2:Verwijderen"
beschikbaar.
»
Als de geselecteerde sectie vrij is, verschijnt de tekst "Registreer?". Wanneer deze wordt bevestigt wacht de centrale op
een acquisitiesignaal van de afstandsbediening; zie de handleiding van de centrale voor de juiste procedure.
»
Indien de afstandsbediening correct is geregistreerd, toont de centrale het bericht "Geregistreerd!". Als de registratie is
mislukt, verschijnt er "Opnieuw?".
3. Voer de naam van de afstandsbediening in met behulp van het alfanumerieke toetsenbord en bevestig door de toets
"Enter/Bevestigen" in te drukken.
4. Kies de juiste gebruiker aan wie de afstandsbediening gekoppeld dient te worden en bevestig door op de toets "Enter/
Bevestigen" te drukken.
5. Kies de volgende stap met behulp van de navigatietoetsen en bevestig door op de toets "Enter/Bevestigen" te drukken.
»
RF Afs bed toev. : Door hier op te drukken zal het systeem een nieuwe afstandsbediening gaan toewijzen.
»
Volg Wizard step : Door hier drukken zal het systeem doorgaan naar de volgende installatie stap.
RF-sirenes toevoegen?
De zevende fase van de stapsgewijze installatie wordt gebruikt om de RF-sirenes te registreren
1. Open het menu door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
2. Kies de te registreren uitgang met behulp van de navigatietoetsen en bevestig door op de toets Enter/Bevestigen te drukken.
»
Als de uitgang is toegewezen aan een toestel, is het menu "1:Bewerken 2:Verwijderen" beschikbaar.
»
Als de uitgang vrij is, verschijnt de tekst "Registreer?". Wanneer wordt bevestigd, wacht de centrale op een
acquisitiesignaal van de toestellen; zie de handleiding van het toestel voor de juiste procedure.
»
Indien het toestel correct werd geregistreerd, toont de centrale het bericht "Geregistreerd!", zo niet het
bericht"Opnieuw?".
3. Voer de naam van het toestel in met behulp van het alfanumerieke toetsenbord en bevestig door op de toets Enter/
Bevestigen te drukken.
12