APPARAAT REINIGEN
!
Voordat u het apparaat schoonmaakt, koppelt u het apparaat los van
de stroomvoorziening. Zet het apparaat uit (zie het hoofdstuk Bediening
van het apparaat) en haal de stekker uit het stopcontact.
• Maak alle delen schoon met een zachte doek. Gebruik geen reinigingsmiddelen
die schurende bestanddelen bevatten; hierdoor kan het oppervlak beschadigd
raken.
Maak de buitenkant van het apparaat schoon met water of mild zeepsop.
Gelakte en aluminium oppervlakken kunt u schoonmaken met lauw water en
een mild schoonmaakmiddel. U kunt ook een schoonmaakmiddel gebruiken dat
een geringe hoeveelheid alcohol gevat (zoals een ruitenreiniger). Gebruik geen
alcohol bevattende middelen voor het schoonmaken van plastic materialen.
U kunt de buitenkant van het apparaat schoonmaken met lauw water met
eventueel een beetje azijn.
• Plaats geen onderdelen van het apparaat in een vaatwasmachine;
hierdoor zouden ze beschadigd kunnen raken.
22
• Onderaan het koelelement, waarmee
de binnenkant van de koelkast wordt
gekoeld, bevindt zich een gootje voor
de afvoer van dooiwater. Zorg ervoor
dat het gootje en de opening niet
geblokkeerd raken. Inspecteer ze
regelmatig en maak ze indien nodig
schoon (bijvoorbeeld met een plastic
rietje).
• Wanneer zich ijs ophoopt tot een
dikte van 3 tot 5 mm neemt het
stroomverbruik toe. Daarom moet
het ijs regelmatig worden verwijderd.
Gebruik geen scherpe voorwerpen,
oplosmiddelen of sprays.
• De condensor aan de buitenkant
achter op de koelkast moet
steeds schoon, stofvrij en vrij van
keukenaanslag worden gehouden.
Verwijder het stof nu en dan met een
zachte borstel op een stofzuiger.
• Nadat u het apparaat hebt
schoongemaakt, zet u het weer aan
en plaatst u het voedsel terug.