Inhoudsopgave
Advertenties
Instellingen van een bepaalde functie bepalen:
1
Ga
naar
het
overeenkomstige
gebruikersinstelmenu met behulp van de g- en h-toetsen.
2
Plaats met behulp van de q-toets de cursor achter de
parameter die u wenst te wijzigen.
3
Selecteer de gewenste instelling met behulp van de g- en
h-toetsen.
4
Druk op de q-toets om de keuze te bevestigen.
Als de selectie bevestigd is, springt de cursor naar de volgende
parameter die nu ook kan worden gewijzigd.
5
Herhaal de stappen vanaf punt 2 om de andere parameters te
wijzigen.
Bepalen en inschakelen van de besturing
De unit is uitgerust met een thermostaat die de koelcapaciteit van de
unit bestuurt. Er zijn drie verschillende besturingsmogelijkheden
voorzien:
manuele
besturingsmodus:
capaciteit -
•
(luchthoeveelheid van circuit 1, 2 bij manuele
instelling): uit, laag, medium of hoog.
•
,
(capaciteitstrap van circuit 1, 2 bij manuele
instelling): 0%, 30%~100%.
inlaatbesturing: maakt gebruik van de temperatuur van het
water dat in de verdamper binnenkomt voor het sturen van de
capaciteit van de unit -
uitlaatbesturing: maakt gebruik van de temperatuur van het
water dat de verdamper verlaat voor het sturen van de capaciteit
van de unit -
LET OP
Om de manuele besturing in te stellen dient u
te selecteren als huidige werking. Om manuele
besturing op te heffen dient u
te selecteren als huidige werking.
Bij units in een DICN-configuratie:
Wijzigingen aan de besturing van een van de
units geldt automatisch voor alle andere units.
Manuele
geselecteerd bij units met status
.
Bepalen van de thermostaatinstellingen
Wanneer de automatische regelmodus is geselecteerd, gebruikt de
unit een thermostaat om de koelcapaciteit te regelen. De
thermostaatparameters liggen echter niet vast en kunnen worden
gewijzigd met behulp van het
gebruikersinstelmenu.
De standaard-, grens- en trapwaarden van de thermostaat-
parameters worden weergegeven in
Bij wijziging op een van de units in een DICN-
LET OP
configuratie geldt deze instelling voor alle andere
units in het netwerk.
In
"Bijlage I" op pagina 19
schema met de thermostaatparameters.
EWAP400~540MBYNN
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW22679-1B
scherm
van
de
operator
stuurt
:
of
besturing
kan
alleen
-scherm van het
"Bijlage I" op pagina
19.
vindt u een functioneel
Bepaling van de lead/lag-modus
het
het
De lead/lag-modus (opstartvolgorde) bepaalt welk van de beide
circuits het eerst opstart wanneer koelcapaciteit gevraagd wordt.
De lead/lag-parameters zijn:
Automatic: de controller beslist of circuit 1 of circuit 2 het eerst
opstart.
Manual C1>C2: circuit 1 start op voor circuit 2. Als circuit 1
wegens een defect buiten werking is, zal circuit 2 in de plaats
opstarten.
Manual C2>C1: circuit 2 start op voor circuit 1. Als circuit 2
wegens een defect buiten werking is, zal circuit 1 in de plaats
opstarten.
In de automatische modus geeft het aantal uren, vermeld op het
scherm, het maximale verschil weer in uren werking van beide
circuits. Deze waarde is belangrijk voor onderhoudsdoeleinden.
Ze moet voldoende hoog ingesteld worden, opdat beide circuits
niet terzelfdertijd een onderhoudsbeurt nodig zouden hebben,
zelf
de
zodat minstens één circuit constant in werking kan blijven.
De onder- en bovengrenzen zijn respectievelijk 100 en 1000 uur.
De standaardwaarde is 1000 uur.
Indien voor deze parameter
circuits afwisselend trachten hun capaciteit op te voeren.
Indien voor deze parameter
leidende circuit eerst trachten tot zijn volle capaciteit te komen,
vooraleer het volgcircuit kan opstarten.
Bepalen van de capaciteitsbeperking
U kunt tot vier mogelijke capaciteitsbeperkingen configureren in het
Een capaciteitsbeperking kan worden geactiveerd:
:
•
pagina
•
capaciteitsbeperking wordt geconfigureerd.
worden
LET OP
•
: capaciteitsbeperking 1 activeren.
•
geval van capaciteitsbeperking 1/2/3/4.
geval van capaciteitsbeperking 1/2/3/4.
Bepalen van de besturingsinstellingen van de pomp
Het
gebruiker toe om de leadtime en lagtime van de pomp te bepalen.
moet draaien voordat de unit (of de compressor in een DICN-
configuratie indien
wordt gestart.
blijft draaien nadat de unit (of de compressor in een DICN-
configuratie indien
uitgeschakeld.
(Yes) wordt ingesteld, zullen beide
(No) wordt ingesteld, zal het
scherm.
raadpleeg
"Bepalen van de weektimer" op
13.
wanneer een veranderlijke input als
Raadpleeg "Instellingen op maat in het
onderhoudsmenu", hoofdstuk "Instellen van de
veranderlijke digitale inputs en outputs" in de
montagehandleiding.
: de capaciteitsbeperking is niet actief.
: capaciteitsbeperking van circuit 1 in het
: capaciteitsbeperking van circuit 2 in het
scherm van het gebruikersinstelmenu laat de
: voor het instellen van de tijdsduur die de pomp
: voor het instellen van de tijdsduur die de pomp
is geselecteerd)
is geselecteerd) is
Gebruiksaanwijzing
12
Advertenties
Inhoudsopgave
