Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Nanoreel-Sonde Zoeken; De Camera Terughalen - RIDGID SeeSnake nanoReel Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De nanoReel-sonde zoeken

De nanoReel is uitgerust met een sonde die ingebouwd
is in de camerakop en die een lokaliseerbaar signaal van
512 Hz uitzendt en de detectie van de locatie van de
camera onder de grond mogelijk maakt�
Het besturen van de sonde vanaf een SeeSnake CCU
wordt omschreven in de handleiding voor de CCU en
hangt af van het gebruikte model� Normaliter kan de
sonde AAN en UIT gezet worden vanaf de CCU� Bij het
gebruik van de nanoReel met de micro CA-300, activeert
u de sonde door de knop voor helderheid van het LED-
lampje naar nul te draaien� Wanneer de sonde gevonden
is, kunnen de LED-lampjes teruggezet worden naar nor-
male helderheid om verder te gaan met de inspectie�
Wanneer de nanoReel-sonde AAN staat, kan een
plaatsbepaler zoals de RIDGID-SeekTech SR-20, RID-
GID-SeekTech SR-60, Scout
steld is op 512 Hz het detecteren�
Om de camera te zoeken met behulp van de sonde,
trekt u de SeeSnake-duwkabel van 1,5 m naar 3 m [5
ft naar 10 ft] in de buis en gebruikt u de plaatsbepaler
om de positie van de sonde te vinden� Indien gewenst
verlengt u de SeeSnake-duwkabel van 1,5 m naar 3 m
[5 ft naar 10 ft] verder in de buis en zoekt u de sonde
opnieuw, beginnend bij de eerder gevonden positie� Voor
het zoeken van de sonde, zet u de plaatsbepaler AAN en
stelt u deze in op sonde-modus� Scan in de richting van
de vermoedelijke locatie van de sonde totdat de plaats-
bepaler de sonde detecteert�
Wanneer u de sonde gedetecteerd hebt, gebruikt u de
indicaties van de plaatsbepaler om nauwkeurig scherp
te stellen op de locatie� Voor gedetailleerde instructies
over het zoeken van sondes, wordt verwezen naar de
handleiding voor de operator voor het model plaatsbe-
paler dat u gebruikt�
Afbeelding 19 – De nanoReel-sonde zoeken
14 – Nederlands
n a n o
, of NaviTrack
II die inge-
®

De camera terughalen

Na het afronden van de inspectie, trekt u de duwkabel
met langzame maar gestage kracht terug� Blijf indien
mogelijk water door de leiding stromen om te helpen bij
het reinigen van de duwkabel� Gebruik een handdoek
om de duwkabel af te vegen wanneer deze uitgetrokken
wordt�
Let op de kracht die nodig is voor het terugtrekken van de
duwkabel� De duwkabel kan blijven steken bij het terug-
trekken en kan gemanipuleerd moeten worden zoals tij-
dens het insteken� Forceer de duwkabel niet en pas niet
teveel kracht toe om het beschadigen van de camera of
de duwkabel te vermijden� Bij het trekken aan de duw-
kabel, dient u weg te blijven van enige scherpe randen
en trek niet bij scherpe hoeken van de inlaat om schade
aan de duwkabel te voorkomen�
LET OP
Gebruik altijd korte slagen om kleine stuk-
jes duwkabel terug in de haspel te voeren. Het terugdruk-
ken van grotere stukken duwkabel of het forceren van de
duwkabel kan veroorzaken dat deze een lus maakt, knikt en
breekt (Zie Afbeelding 20). Leg de nanoReel-haspel op de
achterkant voor meer stabiliteit bij het terughalen van de
duwkabel.
Afbeelding 20 – De duwkabel terugplaatsen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave