Luchtfilter plaatsen
Let op
Gebruik het apparaat nooit zonder geplaatst luchtfilter
bij de luchtinlaat!
Zonder luchtfilter vervuild het apparaat inwendig,
hierdoor kan de capaciteit worden verminderd en het
apparaat worden beschadigd.
• Zorg voor het inschakelen dat het luchtfilter is
geïnstalleerd.
Bediening
Bedieningselementen
11 12 13
10
9
26
25
24
23
22
21
Nr. Aanduiding
Betekenis
9
LED POWER
Brandt tijdens standby-bedrijf en tijdens
bedrijf
10 LED ON
Brandt tijdens bedrijf
11 LED ALARM
Brandt bij een foutmelding;
Daarnaast wordt op de segmentweergave
de foutcode getoond, zie hoofdstuk fouten
en storingen
12 Segment-
• Weergave van de actuele
weergave
• Weergave van de gewenste
• Weergave van het aantal
• Weergave van de foutcodes, zie
13 LED RUN
Knippert als de compressor wordt
ingeschakeld
14 LED PUMP
Brandt als de condensor een storing heeft
8
14
15
R.H.
16
17
18
19
20
ruimteluchtvochtigheid
ruimteluchtvochtigheid
bedrijfsuren
hoofdstuk defecten en storingen
Nr. Aanduiding
15 LED REMOTE
CONTROL
16 Toets R.C.
17 Toets HOURS
18 Toets Waarde
verhogen
19 Aan- / uit-
schakelaar
20 Aansluiting
R.C.
21 LED LPS
22 Toets PUMP
23 Positie OFF
24 Positie ON
25 Toets Waarde
verlagen
26 Toets ON/OFF Ontvochtigingsbedrijf in- en uitschakelen
Apparaat inschakelen
1. Nadat het apparaat klaar voor gebruik is opgesteld, zoals
in het hoofdstuk in gebruik nemen is beschreven, kan het
worden ingeschakeld.
2. De aan- / uit-schakelaar (19) naar de positie ON (24)
draaien.
ð Het apparaat wordt naar de standby-modus geschakeld.
3. Druk op de toets ON/OFF (26).
ð Het apparaat start met de ontvochtiging.
Gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid instellen
De gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid kan op elk
moment worden voorgeselecteerd.
1. Druk op de toets Waarde verhogen (18) of Waarde
verlagen (25), voor het instellen van de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid. Het instelbereik ligt tussen 30% en
80%.
ð De segmentweergave (12) toont ca. 4 s de waarde.
Het apparaat draait tot het bereiken van de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid. Wordt de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid overschreden, schakelen compressor en
ventilator weer in.
condensdroger DH 160 / DH 310
Betekenis
Brandt tijdens het bedrijf met een externe
hygrostaat
Verbinding met een externe hygrostaat
(optie) tot stand brengen
Aantal bedrijfsuren wordt weergegeven
• Gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid (30% tot
80%) verhogen
• Continubedrijf deactiveren
Apparaat in- en uitschakelen
Verbinding met de externe hygrostaat
Brandt bij een storing in het
koudemiddelcircuit
Condenspomp in- en uitschakelen
Apparaat uitgeschakeld
Apparaat ingeschakeld of in standby-
bedrijf
• Gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid (30% tot
80%) verlagen
• Continubedrijf activeren
NL