9. Verklaring van de afstandsbediening
9 a. In de initialisatietijd
12h Licht AAN/UIT (Party functie)
Geactiveerd met „verlichting" - toets
Gedeactiveerd met „Reset" - toets" (fabrieksinstelling)
Gangfunctie (zie punt 11a)
��
30
min
���
Geactiveerd met „30 min"- toets
60
��
min
���
Gedeactiveerd met „60 min"- toets (fabrieksinstelling)
Gedwongen uitschakelen (zie punt 11c)
Geactiveerd met „Impulse" - toets
��
5
Gedeactiveerd met „5 min" - toets (fabrieksinstelling)
min
���
9 b. In geopend toestand
Met deze toets wordt de melder geopend en daarna
kunnen de volgende functies worden geprogrammeerd.
Let op: De melder wordt automatisch gesloten
• na elke herstelde spanningsonderbreking of
• na 3 min.
De toestand „gesloten" wordt actief.
Tijdens de eerste 5 seconden knippert de witte LED in
een tempo van 0,5 seconde. In die periode kan de
sabotagebeveiliging worden geactiveerd.
Het apparaat kent 2 procedures:
• Inlezen bij ingeschakelde verlichting:
De inschakelwaarde wordt automatisch berekend.
Inschakelwaarde berekenen:
1. „Oog"- toets indrukken
2. Licht uitschakelen (2 seconden later)
3. Helderheidswaarde inlezen
4. Inschakelwaarde = gelezen helderheidswaarde
• Inlezen bij uitgeschakelde verlichting:
Bij het indrukken van de toets wordt de huidige
helderheidswaarde als inschakelwaarde gebruikt. De
uitschakelwaarde wordt automatisch berekend.
Als de helderheidswaarde werd veranderd, wordt de
20
uitschakeldrempel opnieuw berekend !
1000
Bij elke druk op de toets verhoogt het apparaat de
huidige inschakelwaarde met 20 Lux bij een huidige
+
inschakelwaarde <100 Lux en met 50 Lux bij een
huidige inschakelwaarde >100 Lux.
Standaardgevoeligheid voor de meeste toepassingen
Gereduceerde gevoeligheid voor buiten
Bij geactiveerde impulsfunctie volgt elke 9 sec. een
puls van 1sec. Bij activering van de impulsfunctie via
de afstandsbediening kan de pauze tussen 2 pulsen
worden veranderd. Daarvoor moet na de activering bin-
nen 5 sec. met de Impuls-toets de gewenste tijd worden
gekozen:
��
5
��
10
��
15
= 9 s,
= 10 s,
= 15 s,
���
min
���
min
���
min
Het impuls functie aan kanaal 2 is afhankelijk enkel van
bewegingen ! Na iedere beweging,wordt het HVAC
kanaal geactiveerd voor 2,5 sec., daarna start een
9sec. durende nalooptijd.
Met de „Test"- toets kan de LED ON/OFF-functie worden
omgeschakeld. Houd de toets daartoe 3 sec. ingedrukt.
Opmerking: in geopende toestand en tijdens de test-
functie zijn de LED's altijd AAN.
Schemerschakelaar-functie (CdS)
PI R
Bij het activeren van de CdS-functie werkt de melder
CdS
als pure schemerschakelaar. Er kan alleen nog een
helderheidswaarde worden ingesteld. De rode LED
waarschuwt niet meer bij bewegingen.
Toetsbevestiging:
Elke toetsindruk wordt gesignaleerd door een
bevestigingslampje en het oplichten van de witte LED.
Toestand „Licht AAN": UIT / AAN (elk ca. 0,5 sec.)
Toestand „Licht UIT": AAN / UIT (elk ca. 0,5 sec.)
HA
Schakelen tussen full-/ en semi-automatische werking
ON/OFF
10. Uitschakelwaarde helderheid
1. Als de inschakeldrempel met behulp van de
potentiometer of afstandsbediening is aangepast, wordt
de in de EEPROM opgeslagen uitschakeldrempel gewist.
Bij de volgende keer inschakelen wordt de
uitschakeldrempel opnieuw berekend.
Uitschakelwaarde berekenen
1. Inschakelen voor 5 min. bij donker en beweging
2. Licht 2 sec. uit
3. Interne berekening van uitschakelwaarde
2. Als de Oog-toets werd bevestigd, wordt de uitschakel-
drempel opnieuw berekend. Zie ook bij afstandsbediening
–> Oog
3. Uitschakelvertraging
Als de berekende uitschakelwaarde tijdens het gebruik
wordt overschreden, schakelt de melder pas na een
vertragingstijd van ca. 15 min. uit. Dit voorkomt onnodig
schakelen bij korte fluctuaties in de helderheid.
11a. Gedrag externe knop / IR-toets „Licht"
De functies „Gang" en „Licht AAN/UIT" sluiten elkaar wederzijds
uit. Als beide geactiveerd zijn, werkt de melder volgens de
gangfunctie.
De toetsfuncties zijn als volgt gedefinieerd:
Gangfunctie geactiveerd
Licht AAN:
Toets kort indrukken (0,1 - 1sec.): Licht UIT -> na 5 sec. actief
Toets lang indrukken (> 3 sec.): Licht UIT -> na 5 sec. actief
Licht UIT:
Toets kort indrukken: Licht AAN zolang er beweging is + nalooptijd
Toets lang indrukken: Licht AAN zolang er beweging is + nalooptijd
11 b. Gedrag externe knop / IR-toets „Licht"
12 h Licht AAN/UIT geactiveerd
Licht AAN:
Toets kort indrukken: Licht UIT zolang er beweging is + nalooptijd
Toets lang indrukken: 12 uur UIT
Licht UIT:
Toets kort indrukken: Licht AAN zolang er beweging is + nalooptijd
Toets lang indrukken: 12 uur AAN
12 h Licht AAN/UIT gedeactiveerd
Licht AAN:
Toets kort indrukken: Licht UIT zolang er beweging is + nalooptijd
Toets lang indrukken: Licht UIT zolang er beweging is + nalooptijd
Licht UIT:
Toets kort indrukken: Licht AAN zolang er beweging is + nalooptijd
Toets lang indrukken: Licht AAN zolang er beweging is +
nalooptijd
11c. Gedrag externe toets / IR-toets „Gedwongen
uitschakelen"
Gedwongen uitschakelen actief
��
30
= 30 s
min
���
Licht UIT:
Toets kort indrukken: Licht ca. 45 min. AAN, dan gedwongen
uitschakeling als de ingestelde helderheidswaarde nog steeds
wordt overschreden.
12. Extra functies
Licht 12 uur inschakelen per spanningsonderbreking
1. Voedingsspanning onderbreken
2. Spanning voor 2 tot 5 sec. herstellen
3. Spanning weer onderbreken
4. Spanning herstellen
5. Melder is nu voor 12 uur AAN
Sabotagebeveiliging verlaten
1. Voedingsspanning onderbreken
2. Spanning voor 30 tot 60 sec. herstellen
3. Spanning weer onderbreken
4. Spanning herstellen
5. Melder is in eenvoudig afgesloten toestand
Continu 230 V AC op de Slave-ingang
Als er langer dan 10 sec. 230 V AC op de Slave-ingang wordt
aangelegd, brandt het licht continu. Bij het verdwijnen van de
spanning van 230 V gaat het licht uit en wordt de automatische
bediening geactiveerd.
230 V AC voor 1 - 3 sec. op knopaansluiting S
Als over de knopaansluiting S voor 1 - 3 sec. een spanning van
230 V AC staat, wordt die beschouwd als een slave-signaal op
slave-aansluiting R. Dit maakt de melder compatibel met eerdere
modellen.
13. Automatische/halfautomatische bedrijfs-
modus
(zie functies IR-PD-2C)
Automatische bedrijfsmodus
In deze bedrijfsmodus schakelt de verlichting ter
bevordering van het comfort automatisch aan en uit,
afhankelijk van aanwezigheid en helderheid. Kanaal
1 schakelt in bij een beweging als „donker" wordt
gedetecteerd.
Halfautomatische bedrijfsmodus
In deze bedrijfsmodus schakelt de verlichting enkel na
manuele inschakeling aan, en dit met het oog op een
hogere besparing. Het uitschakelen gebeurt
automatisch.
De halfautomatische modus gedraagt zich principieel
zoals de volautomatische modus. Afwijkend is enkel dat
het inschakelen steeds handmatig dient te gebeuren!
Aan de toetsingang S (ON/OFF dim) kunnen zo veel
(sluiter-) toetsen als gewenst parallel bedraad worden.
Triggering bij halfautomatisch: Als de melder in de
halfautomatische (HA) modus uitschakelt (aan het eind
van de nalooptijd), wordt de melder binnen 10 sec. bij
een beweging (ondanks HA-modus!) weer
ingeschakeld.
14. Schakelschema
L
N
T1
E1
M1
S
N
L
L´
NO
NO
R
C1
C2
Master
Übersicht
M1 = HVAC-functie
Optioneel
T1 = NO-toestel voor halfautomatische
bedrijfsmodus;Uitbreiding van de detectiezone:
met Slave toestellen
15. Verbindingen
L
N
T1
R
Slave
E1
S
R
N
OUT
L'
HKL
max.
IN
L
3A
P
M
R
N
L
o
T
S
Slave
M1
Sensor