GEBRUIKERS- EN INSTALLATIEHANDLEIDING
LET OP!
Als er geen aardlekschakelaar wordt toegepast, is er
kans op een elektrische schok, schade aan het toestel
of zelfs brand!
6
7
5
10
Fig. 5 Elektrisch aansluitschema van de boiler.
BESCHRIJVING:
1. Aansluitkabel
2. 3-polige stekker
3. Frame
4. Flenskap
5. Titanium anode
6. Indicatielampje
7. Print van de titanium anode
8. SMART-controller
9. Elektrisch verwarmingselement
10. LCD-display
11. Bekabeling
4 Aansluiten en in bedrijf nemen
4.1 Aansluiten
Na installatie van de boiler (aansluitingen zijn genummerd
als in fig. 2):
1. Verwijder de rode pluggen uit de tapwateraansluitin-
gen.
2. Sluit de warm wateraansluitingen (8) aan.
3. Sluit de koud waterinlaataansluiting (9) aan met de ver-
eiste veiligheidskleppen.
INFORMATIE
Wij raden aan om de leidingaansluitingen naar de tank
zo te bevestigen dat ze, indien nodig, eenvoudig te ont-
koppelen zijn.
6
1
4
3
2
PE
L
N
8
11
9
4.2 In bedrijf nemen
Controleer voor de eerste keer in bedrijf nemen of alle ver-
bindingen goed zijn vastgedraaid en vul dan pas de tank met
water en ontlucht het systeem.
LET OP!
Vul eerst de watertank, voordat de elektrische instal-
latie wordt aangesloten.
Boiler vullen en ontluchten:
1. Open de afsluitklep op de koudwaterinlaat (waterlei-
dingnet) en een van de warmwaterkranen.
2. Vul de tank tot het water zonder lucht uit een warm
waterkraan stroomt.
3. Sluit het waterinlaatpunt en controleer het systeem op
eventuele lekkage.
Hierna is de boiler klaar voor gebruik. Steek de stekker in de
geaarde wandcontactdoos en stel de gewenste boilerstand
in op het display van de regelaar.
4.3 Thermische beveiliging
In de boiler is een thermische beveiliging ingebouwd die de
tank beschermt tegen oververhitting. In noodgevallen (bijv.
schade aan de thermostaatvoeler) wordt de voeding naar de
boiler onderbroken zodra de temperatuur hoger wordt dan
75 °C. Activering van de thermische zekering moet worden
gemeld bij een erkende servicedienst.
4.4 Thermische isolatie van de leidingen
Om energieverliezen tot een minimum te beperken, moeten
alle aansluitleidingen, leidingen en de afdekplaat van de tem-
peratuursensor van het systeem na de montage en de lektest
goed worden geïsoleerd. Gebruik hiervoor een thermische
isolatie van de juiste dikte.
INFORMATIE
Geen thermische isolatie of isolatie van onvoldoende
dikte of onjuiste materialen verslechtert de thermische
isolatie en de prestaties van het apparaat en het sys-
teem.
BA-WH 1006/1008/1010/1012W
Elektrische boilers