Inhoudsopgave
Advertenties
GEBRUIKSHANDLEIDING
TM-RATELTAKELS
6.3 Lastketting
ALLE kettingschakels moeten worden geïnspecteerd op
buiging, scheuren, inkepingen, corrosie en slijtage.
De lastketting moet worden afgedankt als de steek over
een meetlengte van 11 schakels met meer dan 3 % is
toegenomen of als de gemiddelde draaddiameter (van
twee haaks op elkaar gezette metingen) met meer dan
10 % is afgenomen.
Controleer de smering en smeer indien nodig bij. Als de lastketting vuil en niet gesmeerd is, kan
dit leiden tot voortijdige slijtage en vervolgens tot kettingbreuk.
Smeer de ketting bijv. met een minerale olie volgens DIN 51502 CLP 220 of bij een stoffige of vuile
omgeving met een droogsmeermiddel, bijv. Unimoly C 220 spray.
Het reinigen (b.v. vóór de controle) mag niet geschieden met procédés die waterstofbrosheid
kunnen veroorzaken (b.v. beitsen of onderdompelen in zuuroplossingen).
6.4 Haken
De haken regelmatig op slijtage en beschadigingen controleren. Haken dienen te worden
afgedankt wanneer de opening van de haak meer dan 10 % wijder is geworden of de
schachthoogte op de haakbodem meer dan 5 % verminderd is t.o.v. de nieuwe toestand.
Als een veiligheidsklep over de punt van de haak gaat, is de hele rateltakel zwaar overbelast en
moet hij worden afgedankt. Het gebruik van dragende onderdelen van een dergelijke rateltakel
als reserveonderdelen is niet toegestaan.
Controleer of de haken vrij en gemakkelijk kunnen draaien zonder versperring.
De werking van de veiligheidskleppen moet worden gecontroleerd.
6.5 Slipkoppeling
De slipkoppeling hoeft niet opnieuw te worden afgesteld als de rateltakels wordt gebruikt zoals
voorgeschreven. De slipkoppeling kan alleen als complete eenheid worden vervangen en moet
dan in gemonteerde toestand door gekwalificeerd personeel worden gecontroleerd.
B07718-G
Diameter
NL 06.2022
Lasnaad
Slijtage
in dit
gebied
8 | 12
Advertenties
Inhoudsopgave
