Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

GEBRUIKSHANDLEIDING
TM-RATELTAKELS

4.6 Slipkoppeling

De slipkoppeling werd in de fabriek ingesteld op ca. 1,6 x WLL en dient uitsluitend als
overbelastingsbeveiliging van de rateltakels. Ze mag niet bedrijfsmatig gebruikt of geactiveerd
worden. Het afstellen van de slipkoppeling mag alleen door de fabrikant ofdoor geautoriseerde
deskundige personen worden uitgevoerd.
Regelmatig terugkerende controles aan de slipkoppeling in korte intervallen (bv. na verhuur) zijn
niet toegestaan.
5
KETTINGMONTAGE
1. Reinig de lastketting die moet gemonteerd worden evenals de onderdelen van de rateltakel,
die in contact komen met de lastketting.
2. Plaats de keuzehefboom op "N" resp. bij de TM-LB-25 op "FREE".
3. Steek de eerste kettingschakel in staande positie (verticaal met het kettingwiel) tussen
kettinggeleider (TM-LB-25: kettinggeleideschijven) en kettingwiel.
Let erop, dat de lasnaden van de volgende verticale kettingschakels radiaal naar buiten
tonen. Draai het handwiel, zodat de 2e kettingschakel horizontaal kan opgenomen worden
door de volgende tas van het kettingwiel.
4. Ga door met de draaibewegingen, tot voldoende kettingschakels aan de andere zijde van de
behuizing eruit komen, om de verdere stappen uit te voeren.
5. Let op de correcte positionering van de beide kettingstrengen met betrekking tot de
behuizingsbouten. Bij het bedrijf richten de behuizingen zich uit overeenkomstig de belasting
(zie titelbeeld).
Geen van de kettingstrengen mag dan onder last in contact komen met de behuizingsbouten!
TM-LB-025: In geen geval mag de ketting boven de geleideschijven lopen!
6. Steek het kettingeinde van de laststreng (zie opmerking aan het eind van dit hoofdstuk) bij
uitvoering met 1 streng in de console van de kraanhaak en bevestig het met de kettingbout.
Kettingbout borgen door nieuwe zelfborgende moer.
7. Steek het kettingeinde van de laststreng (zie opmerking aan het eind van dit hoofdstuk) bij
uitvoering met 2 strengen over het kettingwiel van de onderblok. Let daarbij op de correcte
uitlijning van de inlaat naar het aandrijfkettingwiel, zodat de kettingstreng niet verdraaid is.
8. Bevestig het kettingeindbeslag aan het losse kettingeinde. Borg de kettingbout door een
nieuwe splitpen. Let erop, dat het eindbeslag dwars gepositioneerd is tot de behuizing, om het
eruit trekken van de lastketting te blokkeren. Indien noodzakelijk moet de lastketting met een
schakel ingekort worden.
Bij de TM-LB-25 bestaat het eindbeslag slechts uit één veerring.
9. Bij de uitvoering met 2 strengen wordt het kettingeinde dat uit de onderblok komt, bevestigd
aan de bovenste haakophanging met een bout. Let erop, dat de kettingstrengen niet verdraaid
zijn. Kettingbout borgen door nieuwe splitpen.
B07718-G
NL 06.2022
6 | 12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tm-lb-op-075nTm-lb-op-600nTm-lb-op-150nTm-lb-op-300n

Inhoudsopgave