Opslag
• Verwijder de inspectieopzetstukken voor elke opslagperiode (zie
hoofdstuk 'Inspectieopzetstukken monteren / verwijderen')
• Verwijder de batterij voor elke opslagperiode (zie hoofdstuk 'Batterij
monteren / verwijderen').
• Reinig de inspectiecamera vóór de opslag.
• Als u de inspectiecamera niet gebruikt, berg hem dan op in een veilige,
koele, droge en goed verluchte plaats buiten bereik van kinderen.
• Bewaar de inspectiecamera en de batterijen bij een
omgevingstemperatuur van 0 - 45° C en altijd in de draagtas
• Bewaar de inspectiecamera en de USB-kabel en de
inspectieopzetstukken altijd in de draagtas.
Transport
• Verwijder de inspectieopzetstukken voor elk transport (zie hoofdstuk
'Inspectieopzetstukken monteren / verwijderen')
• Verwijder de batterijen voor elk transport (zie hoofdstuk 'Batterij monteren
/ verwijderen')
• Transporteer de inspectiecamera en de USB-kabel en de
inspectieopzetstukken altijd in de draagtas beschermd tegen schokken en
11
trillingen
.
Onderhoud, reiniging, opslag en transport
11
.
29