Inhoudsopgave
Advertenties
Gasinstallatie
NL
Schakel de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat voor
X
X
de aansluiting van het kookveld uit.
Bescherm de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat
X
X
tegen onbedoeld opnieuw inschakelen.
Controleer de afwezigheid van spanning.
X
X
Controleer het gastype en de gasdruk van de
X
X
gasdistributieleiding.
Zorg ervoor dat het toestel het juiste sproeier heeft
X
X
zodat de gasvlam veilig kan worden ontstoken.
Verwijder de beschermkap van de aansluitslang.
X
X
Wanneer u gebruikmaakt van een veiligheidsgasslang,
X
X
moet u deze met behulp van een goedgekeurde
veiligheidsklem direct op de aansluiting van de
gaskookplaat volledig gasdicht aansluiten.
Gebruikt u een aansluithoek, schroef deze dan met de
X
X
meegeleverde afdichting goed vast.
ISO 228-1
ISO 228-1
ISO 7-1
ISO 228-1
(EN10226)
Tab. 6.2
Aansluithoek
Gebruik alleen het type aansluithoek dat in uw land is
Q
Q
toegestaan.
ISO 228-1/ISO7-1(EN10226): cilindrisch/konisch
Q
Q
ISO 228-1/ISO 228-1: cilindrisch/cilindrisch
Q
Q
Sluit het toestel aan op de gasleiding.
X
X
Draai alle verbindingen stevig aan.
X
X
Controleer de correcte montage.
X
X
Controleer of de afsluitkraan goed werkt.
X
X
Controleer met behulp van een lektest of de
X
X
gasaansluiting lekvrij is (zie hoofdstuk Lektest).
Schakel de hoofdschakelaar/zekeringautomaat in.
X
X
Zet het kookveld aan (zie hoofdstuk Bediening).
X
X
Controleer of alle functies en de gasvlam correct
X
X
werken.
6.2.1 Extra montagevoorschriften voor
Australië en Nieuw-Zeeland (AUS/NZS)
INFO
Hou rekening met de vereisten voor het
inbouwen van het toestel conform
AS/NZS/5601, de minimale afstand tussen
de randen van de gasbrander en brandbare
oppervlakken.
Neem alle informatie die in dit hoofdstuk wordt
X
X
vermeld, in acht.
Controleer ook de geldende voorwaarden die worden
X
X
opgelegd in de van kracht zijnde voorschriften:
NZS5261/AS5601/AG601.
22
6.2.2 Gasaansluiting AUS/NZS
Aanvullende technische vereisten worden in aanmerking
genomen:
AS 4551-2008 Domestic gas cooking appliances
(AUS/NZS).
Controleer of de extra onderdelen zijn meegeleverd.
Benaming
Gasregelaar 1,00 kPa met testpunt voor aardgas (NG)
Testpuntadapter voor vloeibaar gas (LPG)
Tab. 6.3
Extra leveringsomvang voor AUS/NSZ
Gas aansluiten
De aansluiting dient te gebeuren met een stijve en
Q
Q
onbuigzame buis, zoals gespecificeerd in AS/NZS 5601.
Voor de aansluiting van een veiligheidsgasslang
Q
Q
moet conform AS/NZS 1869 (gecertificeerd en
goedgekeurd door AGA) een leiding worden gebruikt
met een diameter van 10 mm, klasse B of D. De lengte
mag, overeenkomstig AS/NZS 5601, niet meer dan
1200 mm zijn.
Sluit het toestel aan als volgt:
X
X
Schakel de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat voor
X
X
de aansluiting van het kookveld uit.
Bescherm de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat
X
X
tegen onbedoeld opnieuw inschakelen.
Controleer de afwezigheid van spanning.
X
X
Controleer het gastype en de gasdruk van de
X
X
gasdistributieleiding.
Zorg ervoor dat het toestel het juiste sproeier heeft
X
X
zodat de gasvlam veilig kan worden ontstoken.
Aardgas (NG)
Als het kookveld wordt aangesloten op een aardgasnet
(NG), moet er een gasregelaar met testpunt worden
gemonteerd.
De gasregelaar en adapter worden meegeleverd.
Afb. 6.1
Aansluiting met gasregelaar (NG)
[1]
Afdichting
[2]
Adapter
[3]
Gasregelaar
Monteer de gasregelaar [3] met de adapters [2] en de
X
X
bijbehorende afdichting [2] op de aansluiting van de
gaskookplaat.
Let op de gasstroomrichting van de gasregelaar [3].
X
X
Aantal
1
1
1
2
1
3
www.bora.com
Advertenties
Inhoudsopgave
