Automatisch bedrijf
De relatieve ruimteluchtvochtigheid is vooringesteld op 55% en
kan niet worden gewijzigd.
Ligt de relatieve ruimteluchtvochtigheid tussen 55% en 70%,
schakelt de ventilator automatisch naar de lage snelheid.
Onder 55% relatieve ruimteluchtvochtigheid schakelt de
compressor uit.
Boven 70% relatieve ruimteluchtvochtigheid draait de ventilator
met hoogste snelheid.
1. Druk op de toets MODE (16).
ð De indicatie voor de actueel gekozen bedrijfsmodus
knippert.
2. Druk op de toets MODE (16), tot de indicatie
AUTOMATIC (19) knippert.
3. Wacht ca. 5 seconden, zodat de instelling wordt
opgeslagen.
ð De bedrijfsmodus Automatisch bedrijf is geselecteerd.
ð De indicatie AUTOMATIC (19) brandt.
Ventilatie
De ventilator draait met de laagste snelheid. De compressor
draait niet.
1. Druk op de toets MODE (16).
ð De indicatie voor de actueel gekozen bedrijfsmodus
knippert.
2. Druk op de toets MODE (16), tot de indicatie AIR
CLEAN (22) knippert.
3. Wacht ca. 5 seconden, zodat de instelling wordt
opgeslagen.
ð De bedrijfsmodus Ventilatie is geselecteerd.
ð De indicatie AIR CLEAN (22) brandt.
Timer instellen
Met de timer-functie kan het apparaat na een vooringesteld
aantal uren automatisch worden uitgeschakeld.
Het aantal uren kan tussen 1 en 24 uren liggen en in stappen
van 1 uur worden ingesteld.
Let op
Het apparaat mag niet onbewaakt in een vrij
toegankelijke ruimte worden gebruikt als de timer
actief is.
Automatisch uitschakelen
ü Het apparaat is ingeschakeld.
1. Druk op de toets TIMER (11).
ð De segmentweergave (13) knippert.
2. Druk op de pijltoetsen (12, 14), voor het instellen van het
gewenste aantal uren.
3. Wacht ca. 5 seconden, zodat de instelling wordt
opgeslagen.
ð De indicatie TIMER (24) brandt.
ð Op de segmentweergave (13) wordt weer de relatieve
ruimteluchtvochtigheid weergegeven.
ð Het apparaat wordt na de ingestelde tijd uitgeschakeld.
10
Memory-functie
Het apparaat zal de laatst ingestelde bedrijfsmodus en in de
bedrijfsmodus Ontvochtiging (20) ook bij korte
stroomonderbrekingen de ingestelde ruimteluchtvochtigheid
onthouden. De evt. voorgeprogrammeerde timer wordt niet
opgeslagen.
Is het apparaat langere tijd gescheiden van het stroomnet, start
het apparaat bij het weer in gebruik nemen in Automatisch
bedrijf.
Auto-stop-functie
Is het waterreservoir vol, niet goed geplaatst of is de ingestelde
relatieve ruimteluchtvochtigheid bereikt, stopt de compressor.
De ventilator blijft draaien.
Bedrijf met slang aan de condensaansluiting
Voor langdurig bedrijf of onbewaakte ontvochtiging, moet de
meegeleverde condensafvoerslang worden aangesloten op het
apparaat.
ü Een geschikte slang (diameter: 10 mm) ligt klaar.
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Verwijder het condensreservoir uit het apparaat.
2. Schuif een uiteinde van de slang op de slangaansluiting.
luchtontvochtiger TTK 53 E / TTK 72 E
NL