Timer instellen
De timer kan worden geprogrammeerd om het apparaat na een
ingesteld aantal uren (maximaal 24) in- of uit te schakelen.
De timer werkt op twee manieren:
• automatisch inschakelen na een vooringesteld aantal uren.
• automatisch uitschakelen na een vooringesteld aantal
uren.
De timer kan in stappen van 1 uur (1 tot en met 24 uur) worden
geprogrammeerd.
Let op
Het apparaat mag niet onbewaakt in een vrij
toegankelijke ruimte worden gebruikt als de timer
actief is.
Info
Wordt te lang op de toets TIMER (14) gedrukt (ca.
10 s), kan het apparaat evt. naar de modus voor het
instellen van de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid springen.
Automatisch inschakelen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Druk op de toets TIMER (14).
ð De segmentweergave uren (26) toont het aantal uren
knipperend.
3. Druk op de pijltoetsen (15, 16), voor het instellen van het
gewenste aantal uren.
4. Wacht ca. 5 seconden, zodat de instelling wordt
opgeslagen.
ð De indicatie T ON (28) verschijnt op het display.
ð De segmentweergave uren (26) toont het aantal uren.
ð De timer is ingesteld op het gewenste aantal uren.
ð Het apparaat start na de ingestelde tijd.
Opmerking m.b.t. automatisch inschakelen:
• Het drukken op de toets Timer (13) deactiveert het
automatisch inschakelen.
• Bij het kiezen van aantal uren 0, wordt de timer
gedeactiveerd.
Automatisch uitschakelen
ü Het apparaat is ingeschakeld.
1. Druk op de toets TIMER (14).
ð De segmentweergave uren (26) toont het aantal uren
knipperend.
2. Druk op de pijltoetsen (15, 16), voor het instellen van het
gewenste aantal uren.
12
3. Wacht ca. 5 seconden, zodat de instelling wordt
opgeslagen.
ð De indicatie T OFF (27) verschijnt op het display.
ð De segmentweergave uren (26) toont het aantal uren.
ð De timer is ingesteld op het gewenste aantal uren.
ð Het apparaat wordt na de ingestelde tijd uitgeschakeld.
Opmerking bij het automatisch uitschakelen:
• Het drukken op de toets POWER (13) deactiveert het
automatisch uitschakelen.
• Bij het kiezen van aantal uren 0, wordt de timer
gedeactiveerd.
Memory-functie
Bij korte stroomonderbrekingen onthoudt het apparaat de
gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid. Zodra de netvoeding
weer is hersteld, start het apparaat automatisch.
Auto-stop-functie
Is het condensreservoir vol, niet goed geplaatst of is de
gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid bereikt, stopt het
apparaat automatisch. De ventilator draait ca. 3 minuten na en
schakelt dan uit.
Info
Het apparaat schakelt niet uit als het condensreservoir
wordt verwijderd. Het apparaat altijd uitschakelen en
de netstekker uit het stopcontact trekken, voordat u
het condensreservoir verwijdert.
Bedrijf met slang aan condensoraansluiting
Voor langdurig continubedrijf of onbewaakte ontvochtiging,
moet een geschikte condensafvoerslang worden aangesloten op
het apparaat.
Info
Bij het voor het eerst aansluiten van de
condensafvoerslang, moet u eerst het
condensreservoir voorbereiden. Hiervoor moet de dop
van het condensreservoir worden geschroefd en moet
het condensreservoir hier worden doorgeboord.
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Open de voorste afdekking.
2. Het condensreservoir verwijderen.
luchtontvochtiger TTK 166 ECO
NL