5 Probleemoplossing
Upgraden van oudere Power Sharing-versies
Aangezien Power Sharing een functionaliteit is die in al onze oplaadstations werkt, en niet alleen op
één oplader, moeten alle opladers op dezelfde manier werken.
Daarom moet je bij het upgraden van een oudere versie van Power Sharing Smart de software van al
deze apparaten updaten. In onze Gebruikershandleidingen wordt het updateproces uitgelegd.
Zodra de update van alle opladers in het systeem is uitgevoerd, volg je het Hoofdstuk 3 van deze
handleiding.
Houd er rekening mee dat de installatie van het systeem (Hoofdstukken 1 en 2 van deze handleiding)
identiek blijft.
Oplader(s) heeft/hebben een rode LED/HALO/bovenscherm
• Na het opstarten is dit de standaardkleur op een Power Sharing Smart-netwerk. Als het langer
dan ongeveer 30 seconden duurt, controleer dan of het netwerk juist is geconfigureerd. Zo niet,
stel dan de netconfiguratie in en wacht 5 tot 30 seconden.
• Zorg dat de Master in het aantal opladers is inbegrepen.
• Zorg dat de maximale stroom per fase juist is ingesteld en hoger is dan het toe te kennen
minimum.
Oplader(s) heeft (hebben) een knipperende groene LED/HALO of op Commander verschijnt
de melding "Slave niet gekoppeld met het Power Sharing-netwerk" in het menu Power Sharing
• Communicatiekabels hebben slecht contact. Controleer of alle communicatiekabels goed zijn
verbonden met de opladers (zie Hoofdstuk 2).
• Verkeerde weerstandswaarde tussen communicatielijnen. Schakel alle opladers uit en meet de
Ohm-weerstand tussen CAN-H en CAN-L, die ongeveer 60 Ohm moet zijn. Zo niet, controleer
dan opnieuw Sectie 2.
De waarde van de weerstand tussen communicatielijnen verschilt van 60 Ohm
• Als ze hoger is, is dat omdat er maar één oplader is met de eindweerstanden. Als ze lager is, is
dat omdat er meer dan 2 opladers zijn met de eindweerstanden.
• Zorg ervoor dat de "T"-schakelaar (als er een schakelaar is) aan de twee uiteinden van de lijn
is geselecteerd of dat de weerstanden zich op de overeenkomstige opladers bevinden (zie
Sectie 2).
• Als de weerstandswaarde niet rond de 60 Ohm ligt, maar de configuratie is wel correct,
kan een oplader defect raken. Verwijder de CAN-kabels van de opladers om het zoeken te
vergemakkelijken en controleer de weerstandswaarde in elke oplader met, indien mogelijk, de
schakelaar in de T-positie.
• De T-opladers moeten een weerstand van 120 Ohm hebben tussen de lijnen, terwijl de NT een
open lijn moet hebben.
19