9.5 Storingsmeldingen
Bij problemen in het functioneren van de unit zullen er foutmeldingscodes op de unit
weergegeven worden, door middel van de foutmeldingslampjes. Indien er een
foutmelding weergegeven wordt dient u de unit direct uit te schakelen en dient u
contact op te nemen met uw installateur
(1). Instructies voor het aflezen van de foutmeldingindicatoren op de cassette unit.
De foutmeldingsindicatoren worden weergegeven op de cassette unit totdat de wandbediening
aangesloten is. Zodra de wandbediening aangesloten is, worden de foutmeldingscodes op de
wandbediening weergegeven.
(2). Mogelijke weergaven en betekenis indicatielampjes binnenunit.
1). Timer Indicatie Lamp (geel): Deze knippert indien de timerfunctie geactiveerd is, deze gaat uit
zodra de timerfunctie uit gaat.
Knippert indien er een sensorfout geconstateert wordt.
Knippert een keer bij een ruimtetemperatuur sensorfout
Knippert twee keer bij een verdampertemperatuur sensorfout
Knippert drie keer bij een condensortemperatuur sensorfout
Knippert vier keer bij een buitenluchttemperatuur sensorfout
Knippert vijf keer bij een Retourluchttemperatuur sensorfout
2). Compressor Indicatie Lamp (groen): Deze knippert indien de compressor aan is, deze gaat
uit zodra de compressor uit gaat.
Knippert bij een ontdooingsfout of compressorfout.
Knippert een keer bij een modusconflict
Knippert twee keer bij ontdooiing
Knippert drie keer bij hoge druk beveiliging
Knippert vier keer bij lage druk beveiliging
Knippert vijf keer bij overbelastingsbeveiling
Knippert zes keer bij een afwijkende uitblaaslucht
Timer
Indicatie
Lamp (geel)
Compressor
Indicatie
Lamp (groen)
Werking Indicatie
Lamp (rood)
Tabel 9.1 Foutmeldingscodes Timer Indicatie Lamp
Tabel 9.2 Foutmeldingscodes Timer Indicatie Lamp
39
Aan/Uit Cassette Airconditioner
Infrarood
Ontvanger