Applicaties
• H et voorbeeldscherm kan verschillen afhankelijk van de opnamestand en camera die
worden gebruikt.
• D e camera schakelt automatisch uit wanneer deze niet wordt gebruikt.
• Z org dat de lens schoon is. Anders werkt het apparaat mogelijk niet correct in bepaalde
standen waarvoor hoge resoluties zijn vereist.
• D e camera aan de voorzijde is uitgerust met een groothoeklens. Er kan een kleine
vervorming optreden in groothoekfoto's wat niet duidt op prestatieproblemen.
De scherpstelling en belichting vergrendelen
U kunt de scherpstelling of belichting vergrendelen op een geselecteerd gebied om te voorkomen
dat de camera deze automatisch aanpast op basis van veranderingen in de onderwerpen of
lichtbronnen.
Blijf het gebied aanraken waarop u wilt scherpstellen; het AF/AE-kader wordt weergegeven op het
gebied en de instellingen voor scherpstelling en belichting worden vergrendeld. De instellingen
blijven vergrendeld, ook nadat u een foto hebt gemaakt.
Deze functie is alleen beschikbaar in bepaalde opnamestanden.
Aangepaste opnamestanden
Veeg op het voorbeeldscherm naar rechts om de lijst met opnamestanden te openen en selecteer
een stand.
Tik op → Info om de beschrijving van elke stand te bekijken.
Als u standen opnieuw wilt indelen, tikt u op → Bewerken, blijft u een standpictogram aanraken
en sleept u dit naar een nieuwe locatie.
Als u snelkoppelingen voor standen wilt toevoegen aan het startscherm, tikt u op → Sneltoets
toev. op startscherm.
64