Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Het RocoNet

Het RocoNet is de verbinding van de versterker met de locmuizen van de 2
aansluiting 'Master' dient beslist één locmuis 2 aangesloten te worden. De locmuis 2 werkt dan als
centrale en coördineert alle overige apparatuur en genereert het signaal dat naar de baan gestuurd
zal worden. Wanneer er geen locmuis 2 is aangesloten functioneert het systeem niet. Op het systeem
kunnen maximaal 31 RocoNet apparaten worden aangesloten. Uiteraard is dit maximale aantal
afhankelijk van het stroomverbruik van de aangesloten componenten. Zo kunt u b.v. maximaal 10
stuks Lokmuis®2 aansluiten op Versterker 10761. Op het RocoNet moet ieder aangesloten apparaat
een uniek RocoNet adres hebben, zodat de 'Master' Lokmuis®2 de aangesloten apparaten kan
adresseren en aanspreken. De Lokmuis®2 beschikt over een Autoconfiguratie modus. U hoeft zich
daarom niet over de instelling van de RocoNet adressen te bekommeren. Wanneer een nieuwe
Lokmuis®2 voor de eerste keer wordt gebruikt is er reeds een apparaat (b.v. een andere Lokmuis®2 )
aangesloten op de aansluiting 'Slave' met hetzelfde adres, dan stelt de Lokmuis®2 dit zelf vast en legt
zichzelf, na een korte foutmelding (E6) vast op het eerstvolgende, vrije adres. Als er in één keer veel
nieuwe RocoNet apparaten aan het systeem worden toegevoegd, is het raadzaam deze één voor één
aan te sluiten zodat het systeem ze ook één voor één automatisch kan adresseren. (onthoud dat
alleen de Lokmuis®2 is voorzien van automatische adressering!)
Belangrijk: Het aantal RocoNet apparaten dat wordt aangesloten mag nooit groter zijn dan het getal
aangegeven in menu C8. Dit staat standaard op 5, en kan vergroot worden tot 28. (Zie pagina 13). Er
zijn twee adressen voor speciale componenten gereserveerd: adres 29 voor de omschakelmodule
voor de "oude locmuis" (10759) en adres 31 voor de Lenz interface LI100. Deze 2 adressen worden
altijd gereserveerd en zijn onafhankelijk van de instelling in menu C8.
Het display toont het actuele adresnummer of selecties in het menu. Het geeft ook
informatie over een noodstop, adresovername door een andere regelaar en
foutmeldingen. Het is door de heldere verlichting duidelijk afleesbaar.
Met de draaiknop wordt de rijrichting en de snelheid van de locomotief bepaalt. In
de middenstand komt de locomotief tot stilstand. Links- of rechtsom draaien
resulteert in resp. voor- of achteruit rijden. Het optrekken en afremmen van de
locomotief
geprogrammeerde waardes.
Door middel van de pijltjes toetsen wordt het adres geselecteerd van de
locomotief die bestuurd moet gaan worden. Door op de pijl omhoog te drukken zal
het adres ook 1 hoger worden, bij drukken op pijl omlaag wordt het adres 1 lager.
Langer ingedrukt houden van één van de pijltjestoetsen resulteert in de Snelzoek
functie (zie verderop in deze handleiding). De SmartSearch (Snelzoek) functie
maakt het makkelijk om een voor gedefinieerd adres snel op te zoeken.
Met de STOP toets wordt een noodstop gegeven. Alle locomotieven stoppen met
rijden en de baanspanning wordt afgeschakeld. Tijdens de noodstop toestand kan
er een ander loc adres geselecteerd worden en kunnen er commando's aan deze
locomotieven gegeven worden, bijvoorbeeld dat deze moet stoppen of van
rijrichting moet wisselen op het moment dat de noodstop wordt opgeheven.
Nogmaals op de STOP knop drukken heft de noodstop weer op. Ook na een
opgetreden kortsluiting wordt het systeem door middel van de STOP knop weer gestart. De STOP
knop wordt tevens gebruikt om menu's te verlaten.
Importeur en distributeur voor Nederland:
Reyne en Zonen BV, Postbus 7, 1560AA, Krommenie
Website : www.tamiya.nl, e-mail: info@tamiya.nl, tel. +31(0)756283154
zal
afhankelijk
zijn
Handleiding Lokmuis2
van
de
in
de
betreffende
e
generatie. Op de
locomotief
pag. 5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave