452163.66.74 · 08/2018 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
WWP L 60 AD-2
Montage
6.3
Elektrische aansluiting
De vermogensaansluiting van de warmtepomp gebeurt met een normaal verkrijgbare
5-draadse kabel.
De kabel is niet inbegrepen en de kabeldiameter moet gekozen worden volgens het
stroomverbruik van de warmtepomp (zie bijlage Toestelinformatie) en de betreffende
VDE- (EN-) en VNB-voorschriften.
De spanningsvoorziening voor de warmtepomp moet worden voorzien van een alpolige
afschakeling met ten minste 3 mm contactopeningsafstand (bijv. een EVB-veiligheids-
schakelaar) en een 3-polige vermogensschakelaar met één uitschakeling voor alle bui-
tenkabels (uitschakelstroom volgens toestelinformatie).
De relevante componenten in de warmtepomp bevatten een interne overbelastingsbe-
veiliging.
Bij het aansluiten moet het rechtse draaiveld van de lastvoeding gegarandeerd worden.
Fasevolgorde: L1, L2, L3.
OPGELET
OPGELET
Let op het rechtsdraaiende veld: Bij een verkeerde bedrading wordt het opstarten van
de warmtepomp verhinderd. Een desbetreffende aanwijzing wordt in de
warmtepompmanager weergegeven (bedrading aanpassen).
De stuurspanning wordt via de warmtepompmanager geleverd.
De stroomvoorziening van de warmtepompmanager met 230 V AC, 50 Hz gebeurt vol-
gens zijn eigen gebruiksaanwijzing.
OPGELET
OPGELET
De stuurleiding is een voor de werking noodzakelijk toebehoren voor buiten opgestelde
lucht/water-warmtepompen. Stuurleiding en voedingskabel moeten afzonderlijk
geplaatst worden. Een verlenging van de stuurleiding door de klant is niet toegestaan.
Als stuurleidingen worden drie afzonderlijke leidingen gebruikt (niet in de leveromvang
van de warmtepomp inbegrepen). Twee van de leidingen zijn van rechthoekige steek-
contacten voorzien die in de warmtepompmanager en aan de onderkant van de scha-
kelkast moeten worden gestoken. Een leiding is hiervan voor het 230V-spanningsni-
veau, de andere voor het laagspanningsniveau bestemd. De derde leiding dient als
communicatieverbindint tussen warmtepompmanager en elektronisch expansieventiel
(N23). Deze moet bij de warmtepompmanager aan de "field card" en aan de warmte-
pomp in de schakelkast aan de expansieventieldriver (N23/Network) worden aange-
sloten.
Meer gedetailleerde instructies staan in de gebruiksaanwijzing van de warmtepomp-
manager.
Gedetailleerde informatie zie bijlage Elektrische schema's.
13