[Channel] Selecteer het juiste kanaal voor kanaalinstellingen. Kies ALL voor het toepassen van de
instellingen op alle kanalen;
[Pre-Snap] Stel het aantal momentopnames in dat de momenten vóór een gebeurtenis vastlegt.
Standaard is 5 momentopnames
[Record] Stel de opnamestatus in. Er zijn drie statussen: Geconfigureerd, handmatig en uit;
Schedule: Maak momentopname in overeenstemming met de opnametypen (algemeen, test
en alarm) en gedefinieerde tijdsperiode;
Manual:Ongeacht de huidige status van het kanaal, zal "Manual" selecteren de algemene
momentopname op alle kanalen starten;
Stop:Ongeacht de huidige status van het kanaal, zal "Stop" selecteren de momentopname op
de corresponderende kanalen stoppen;
[Tijdvak] Stel het tijdvak voor een algemene opname in. Beeldopslagfunctie wordt alleen geactiveerd
binnen het gedefinieerde tijdvak;
[Type] Stel types in. Er zijn drie types: algemeen, test, en alarm.
[Opnametype] Stel de opnametypes in. Er zijn drie types: algemeen, test, en alarm.
Regular: Blijf momentopnames maken in het gedefinieerde tijdvak.
Detect: Schakel gedurende een bepaald tijdbereik de alarmsignalen "motion detection", "video
masking", en "video loss" in. De bijbehorende alarminstellingen schakelen de
momentopnamefunctie in en starten de momentopnames als testsignalen ontvangen
worden.
Afbeelding 4.2 Beeldopslag
Pagina 35